Uit het onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat er 220.000 mensen met een beperking (*) in Rotterdam wonen. Ruim de helft van hen sport niet, maar wil er wel mee beginnen. En terwijl altijd gedacht is dat de accommodatietoegankelijkheid de grootste belemmering is om die stap te zetten, moet Rotterdam andere drempels slechten.
Het onderzoek volgt op een in 2020 aangenomen motie in de gemeenteraad van de VVD, CU-SGP en CDA met de titel ‘Sport toegankelijk voor iedereen’. Zorgwethouder Christine Eskes was destijds als raadslid een van de ondertekenaars van het voorstel en laat de gemeenteraad nu als wethouder op haar beurt weten welke verbeterpunten er in Rotterdam op dit vlak moeten worden doorgevoerd.
1) Informatietoegankelijkheid: vindbare en zichtbare informatie over onder andere de sportmogelijkheden, de toegankelijkheid van accommodaties, hulp bij het betalen van contributie of lidmaatschap, mogelijkheden om sporthulpmiddelen aan te vragen.
2) Sociale toegankelijkheid; zich prettig en veilig voelen, het gevoel hebben dat ze erbij horen (zich welkom voelen), sociale contacten op kunnen doen.
3) Praktische toegankelijk, zoals betaalbare activiteiten, bereik- en bereisbaarheid van de sport- of beweegactiviteit en sporthulpmiddelen.
4) Het overwinnen van persoonlijke drempels zoals pijn, vermoeidheid en angst en ondersteuning hierbij.
5) Stadsbrede programmering van sport- en beweegactiviteiten met activiteiten die aansluiten de wensen en mogelijkheden, goede begeleiding tijdens het sporten van een coach/trainer die de (on)mogelijkheden kent.
Het verbeteren van de fysieke toegankelijkheid van sportaccommodaties is pas het sluitstuk. Ook is er geen duidelijke voorkeur naar voren gekomen voor een sportaccommodatie speciaal voor mensen met een beperking. 32% van de mensen die door de Mulier Stichting zijn ondervraagd heeft de voorkeur om gebruik te kunnen maken van alle bestaande sportieve activiteiten en accommodaties. Slechts 18% heeft behoefte aan een nieuwe sport- en beweegaccommodatie speciaal voor mensen met een beperking.
(*) De beperkingen variëren van één of meer lichamelijke beperkingen, chronische aandoeningen, (licht) verstandelijke beperkingen, psychosociale aandoeningen, en kinderen met een lichamelijke, zintuigelijke of verstandelijke beperking.