De Bomenridders hebben een beroep gedaan op de nieuwe wethouder Buitenruimte in Rotterdam om de kap van de zeven platanen op het Delftseplein naast het Centraal Station te voorkomen. Op de plek van de bomen is kantoorbouw gepland. De bomen worden vooral bedreigd door manco’s in de regelgeving. Waar in de teksten en afbeeldingen in de Bomenstructuurvisie namelijk bedoeld is dit ensemble van bomen nadrukkelijk te beschermen, veegt - volgens de Bomenridders - de advocaat namens de gemeente Rotterdam hiermee de vloer aan.

De Bomenridders beklagen zich er bovendien over dat de eerdere verantwoordelijke wethouders Buitenruimte in overleg altijd alles begrijpen en het zelfs ook eens zijn over de zwakke regelgeving, maar aan verandering nooit toekomen, omdat ze als carrièrejagers altijd alweer verdwenen voordat de regelgeving is aangepast: Van Huffelen, Eerdmans en Wijbenga. De nieuwe hoop is nu weer gevestigd op de nieuwe wethouder Karremans. De pech voor de Bomenridders is wel dat hij bij de graag bouwende VVD-familie hoort. 

De Bomenridders zijn in april van het vorig jaar in de kwestie over de platanen op het Delftseplein in het gelijk gesteld door de rechter. Dat betekende dat de kapvergunning moest worden. Maar recent diende het door de gemeente Rotterdam ingestelde hoger beroep bij de Raad van State.

‘’De oorzaak van deze rechtsgang is onduidelijke regelgeving en voor die regelgeving draagt u medeverantwoordelijkheid’’, laten de Bomenridders nogmaals per brief aan het stadsbestuur weten. ‘’De artikelen in de Algemene Plaatselijke Verordening, met de daaraan verbonden Bomen Structuur Visie ,vormen een krakkemikkig geheel. Ze zijn niet helder, onvoldoende op elkaar afgestemd en de bescherming van bijzondere, monumentale bomen is ontoereikend.’’

De waarschuwing van de Bomenridders is helder: het ontbreken van een geactualiseerd en samenhangend geheel leidt er mogelijk toe dat de Platanen Delftseplein eenvoudig kunnen worden gesloopt. ‘’En om de nieuwe wethouder in kennis van zaken bij te spijkeren: ‘’Het leidde er al toe dat in Kralingen een majestueuze Beuk van plusminus 180 jaar oud, zonder enige bescherming, verloren is geraakt voor de stad.’’