Hij is nu zo’n drie weken in functie als wethouder van Rotterdam: Arjan van Gils.

Arjan van Gils (63) is geboren in IJmuiden. Aan het begin van zijn loopbaan werkte hij bij de politie, bij de korpsen in Amsterdam en Rotterdam. Ook bij het ministerie van Binnenlandse Zaken ging hij over belangrijke politie-onderwerpen. Daarna werkte hij als gemeentesecretaris bij de gemeentes Enschede (1998-2005), Rotterdam (2005-2012) en Amsterdam (2012-2018).

Afgelopen anderhalf jaar was Van Gils secretaris/algemeen directeur van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Op 7 maart 2019. werd hij benoemd tot wethouder van Rotterdam. Zijn partij D66 heeft hem voor deze functie kandidaat gesteld. Portefeuille: Financiën, Haven, Organisatie, en Grote projecten.

Van Gils is getrouwd. Hij heeft een vrouw en drie kinderen en woont in Delfshaven.

Hoe kijkt hij aan tegen zijn portefeuille (Haven, Financiën, Organisatie en Grote projecten). En wat is er waar van de clichés over Rotterdam en Amsterdam? 

Hoe is het om weer terug te zijn bij de gemeente Rotterdam? Wat zijn uw eerste indrukken?

''Het is heel vertrouwd. In de korte tijd dat ik nu wethouder ben, heb ik al heel wat mensen ontmoet die ik nog ken van de tijd dat ik hier gemeentesecretaris was; de periode 2005-2012. Ook het stadhuis voelt als thuiskomen. Ondanks die eerdere ervaringen hier probeer ik onbevangen naar de dingen te kijken. Daarbij moet ik de neiging onderdrukken om te denken dat ik weet hoe de zaken hier in elkaar zitten.  Als je zeven jaar bent weggeweest dan kun je dat immers niet weten.''

Een paar maanden geleden zei u in een interview dat u het rustig aan wilde gaan doen. Maar met deze baan zult u de komende drie jaar flink aan de bak moeten. Wat was uw belangrijkste reden om zich kandidaat te stellen voor de functie van wethouder?

''De laatste jaren in Amsterdam waren buitengewoon hectisch. Het overlijden van burgemeester Van der Laan was een indringende ervaring die veel van mij vroeg in mijn functie als gemeentesecretaris. Naast die functie was ik ook een tijdje directeur openbare orde en veiligheid in Amsterdam. Het was dus niet gek dat ik het na mijn afscheid in Amsterdam even wat rustiger aan wilde doen. Dat lukte goed in de baan die ik afgelopen jaar had als secretaris/algemeen directeur van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Dat was een baan van drie dagen per week. Ik had het prima naar mijn zin, maar ik had niet voorzien dat Adriaan Visser ineens als wethouder zou stoppen. En zijn portefeuille sprak en spreekt me zeer aan. Vooral de onderdelen Organisatie en Financiën zijn me zeer vertrouwd. Daar heb ik veel ervaring mee opgedaan in eerdere functies; vooral in mijn werk als gemeentesecretaris in Enschede, Rotterdam en Amsterdam. Een ander prettig aspect van mijn nieuwe baan is dat ik nu werk in de stad waar ik woon. Ik woon in Delfshaven en die korte reistijd is natuurlijk heel plezierig. Maar bovenal, om bestuurder te zijn in mijn stad is heel cool.''

In Rotterdam is het een leuk gezelschapsspelletje om onze stad te vergelijken met Amsterdam. U hebt in beide steden gewerkt. Klopt het cliché dat Amsterdammers teveel praten voordat ze iets gaan doen en dat Rotterdammers te snel in de actiestand schieten?

''Als je het heel grof bekijkt, zie je dat dit cliché klopt. Om een voorbeeld te geven. In Amsterdam heb ik bij de discussie over onderwerpen vaak meegemaakt dat ze zich als eerste afvroegen 'wat vinden we ervan'. Rotterdammers zeggen eerder: 'wat gaan we doen'. In de praktijk is het voor een goede discussie en besluitvorming van belang dat beide vragen aan de orde komen. En om daar een balans in te vinden. Voor bewoners is het natuurlijk essentieel dat de gemeente haar dienstverlening goed op orde heeft. Zo moeten we huisvuil snel en adequaat ophalen. En bewoners moeten snel bij ons terechtkunnen voor een nieuw rijbewijs. Als dat niet lukt dan is hun vertrouwen in de overheid laag. Maar als we het goed doen dan is dat nog geen garantie dat hun vertrouwen hoog is. We kunnen dus nooit achteroverleunen.''

Als wethouder gaat u onder andere over grote projecten, zoals Coolsingel, Hoekse Lijn, Feyenoord City en de Maastunnel. Onder welk van deze projecten zult u de komende tijd vooral uw schouders moeten zetten?  

''Dat is Feyenoord City. Een groot en breed project met veel verschillende pijlers. Het gaat onder andere om de ontwikkeling van een groot gebied, met veel bouwplannen. Ook scholing en werkgelegenheid zijn belangrijke onderdelen van het project. Veel inwoners van Zuid moeten daarvan gaan profiteren. De bouw van een nieuw Feyenoord stadion is natuurlijk het meest in het oog springende onderdeel van Feyenoord City. Het moet een stadion worden dat niet alleen in Nederland 'state of the art' is, maar ook in Europa. De Amsterdamse Arena is uit 1996 dus tegen de tijd dat het nieuwe Feyenoord-stadion opengaat – de planning is over vijf jaar – dan is dat het topstadion van Nederland. Daarmee is het een zaak van nationaal belang. De gemeente Rotterdam en daarmee de Rotterdammers betalen aan het stadion mee. Het is onder andere mijn taak om die financiële bijdrage te bewaken.''

De haven is ook een belangrijk onderdeel van uw portefeuille. Wat wordt uw belangrijkste opgave op dit gebied?  

''Rotterdam is groot geworden door zijn haven, maar het is goed dat we er als stad tegenwoordig wat minder extreem afhankelijk van zijn. Een breder profiel is beter voor de economische ontwikkeling van Rotterdam en de werkgelegenheid. De haven is nu een groot maritiem-industrieel complex dat draait op fossiele brandstoffen. We staan in dit land en deze stad aan de vooravond van een grote energietransitie. Ook de haven gaat daarin mee. Onze haven is niet meer de grootste, maar wel de beste, slimste en meest vooruitstrevende. Ervoor zorgen dat dit ook in de toekomst zo blijft:  dat is een fascinerende klus waar ik me samen met de havengemeenschap graag voor inspan.''

Financiën is niet zo’n sexy onderdeel van uw baan hier, maar wel een belangrijk onderdeel. Wat vindt u daarbij belangrijk?

''De gemeente heeft een enorme begroting, van enkele miljarden euro’s. Daar moet je als wethouder Financiën zeer verantwoord mee omgaan. Het is gemeenschapsgeld. Dat vraagt om een goede verantwoording dat het geld doelmatig en rechtmatig is besteed. Het vraagt ook om een blik op de lange termijn: kunnen we ook in de toekomst in stand houden wat we hebben en snel nieuwe investeringen doen als dat belangrijk is voor onze stad en inwoners.''

Nogal wat gemeenteraadsleden hebben hun bezorgdheid uitgesproken over het feit dat u als wethouder moet besluiten over onderwerpen waar u als gemeentesecretaris bij betrokken was. Is hun bezorgdheid terecht?

''Het is net als met ouder worden. Het nadeel daarvan is dat je een historie met je meedraagt. Dat kan nu eenmaal niet anders. En het is al zeven jaar geleden dat ik hier stopte. Dat is een lange periode. En je moet je ook realiseren dat ik werkte onder de verantwoordelijkheid van de toenmalige colleges. Het zou raar zijn dat ik me in deze functie zou moeten verdedigen voor collegebesluiten die ik als ambtenaar heb uitgevoerd. Dat ik hier eerder heb gewerkt, brengt ook veel voordelen met zich mee. Ik heb veel ervaring en kennis opgedaan met en over de stad en de gemeentelijke organisatie. En tal van netwerken opgebouwd.''