‘’Ik ben sceptisch over de Turkse weekendscholen van meneer Erdogan en eigenlijk is hij het niet waard om vandaag zo vaak zijn naam te noemen’’, zei wethouder Bert Wijbenga in de kwestie over de door de Turkse overheid te subsidiëren bijspijkerscholen. Hij vindt ze onwenselijk, maar kan ze grondwettelijk niet verbieden.

Als het zover is wil Wijbenga pro actief zijn, de vinger aan de pols houden en zeker niet naïef zijn. Bovendien deed hij een beroep op de ouders van Turkse kinderen: ‘’denk er nog eens drie keer over na voordat u hieraan begint.’’

‘’Maar wat is erop tegen dat een kind de taal leert van zijn ouders of grootouders’’, repliceerde Nadia Arsieni van D66, die zelf maar wat blij is dat zij met haar Italiaanse roots de kans kreeg om via bijlessen de Italiaanse taal te leren. ‘’Daar is ook niks op tegen”, antwoordde Wijbenga. ‘’Maar deze Turkse weekendschool heeft vijf vakken en taal is er maar één. Zorgelijk dat er ook vakken bij zijn als godsdienst en maatschappijleer.’’

‘’Het gaat om de leer van Erdogan, niks meer, niks minder’’, wreef Tanya Hoogwerf het er voor de zekerheid nog in. ‘’Trap er niet in’’, vond ook Tim Versnel van de VVD. ‘’Erdogan wil hiermee alleen maar loyaliteit kweken, dus zou ik tegen de ouders willen zeggen: laat die scholen links liggen.’’

Duidelijk werd dat de Turkse Nederlanders die waarschuwing in de wind zullen slaan. Raadslid Ercan Buyukcifci van Nida zei dat het voor zijn dochters een mooie oplossing was. Toen hij gevraagd werd naar de beïnvloeding van Erdogan, antwoordde hij: ‘’Als u dat niet wilt, laat de Nederlandse overheid het dan betalen.’’