Nederland waterland. Een kwart van ons land ligt onder zeeniveau, er zijn duizenden polders en dan stromen ook nog de Rijn, Maas en Schelde erdoorheen. Waterbeheer is daarom onmisbaar, en daarvoor zijn er de waterschappen (ook wel hoogheemraadschappen). Ze houden ons land droog maar zorgen ook voor genoeg en schoon water. We betalen daar belasting voor. Elke vier jaar zijn er verkiezingen.
Vroeger waren er duizenden waterschapjes, maar die gingen steeds meer samenwerken en later fuseren. In 1950 waren er nog 2600 waterschappen, in de jaren tachtig 260 en nu zijn er nog 21. Een waterschap is een overheidsorganisatie die zorgt voor het waterbeheer in zijn regio. Er werken 12.000 mensen bij de waterschappen.
Waterbeheer is op veel terreinen van belang, zoals natuur, recreatie, veiligheid, gezondheid, landbouw en ruimtelijke ordening. De waterschappen onderhouden de 18.000 kilometer aan dijken van Nederland. Zonder dijken komt bijna 60 procent van Nederland onder water te liggen. Ook beheren de waterschappen 225.000 kilometer aan watergangen, zoals beken, sloten en rivieren.
Door te stemmen hebben de inwoners invloed op de keuzes die het bestuur van hun waterschap maakt. Daarin zitten ook belanghebbenden zoals boeren, bedrijven en beheerders van natuurterreinen. Vorige keer, in 2015, kwamen veel meer mensen stemmen dan de jaren ervoor, vermoedelijk omdat de verkiezingen voor het eerst samenvielen met die voor de Provinciale Staten.
Duurzaamheid en mogelijke klimaatveranderingen spelen een steeds grotere rol. De waterschappen zijn bijvoorbeeld al bezig met CO2-beperkende maatregelen bij inkoop en aanbesteding.
Door: ANP