Het benoemen van een burgemeester door de koning is ouderwets en niet zo democratisch, vindt D66-fractieleider Rob Jetten. De Eerste Kamer buigt zich dinsdag over zijn voorstel die procedure uit de Grondwet te schrappen.

Jetten ziet zijn wijziging als tussenstap op weg naar een gekozen burgemeester. Dat D66-kroonjuweel is nog een brug te ver, en dat zal naar verwachting ook wel blijken tijdens het debat in de senaat.

In de huidige procedure geeft de koning een klap op de voordracht van de minister van Binnenlandse Zaken, na een aanbeveling van de gemeenteraad op basis van een vertrouwenscommissie. Critici spreken over achterkamertjes en een banencarrousel voor de grote partijen.

De eerste fase van de nieuwe wet werd in 2015 afgerond. De huidige coalitie legde in het regeerakkoord vast dat de behandeling verder gaat.

Volgens sommige waarnemers hebben Eerste Kamerleden van meerdere partijen, ook coalitiegenoot CDA, hun bedenkingen. En voor de wetswijziging is een twee derde meerderheid (50 stemmen) van de senaat nodig. Moet Jetten wanhopen? In de Tweede Kamer kreeg de wet steun van alle fracties, behalve de SGP.

D66 wil niet alleen de benoeming van de burgemeester schrappen, maar ook die van de commissaris van de Koning in de provincies. Daarmee wordt in ieder geval de weg vrij om hun aanstelling op een andere manier te regelen.