Rotterdam heeft aanpassingen gemaakt op het bestaande beleid dat betrekking heeft op dierenwelzijn in de stad. Een nieuw dierenasiel en een keurmerk voor dierenwinkels zijn daar onderdeel van. Het gemeentelijk beleid geldt voor huisdieren en dieren in de stadsnatuur.

Naast het nieuwe asiel lanceert men het keurmerk 'Dierbaar'. Als een ondernemer met zijn dierenwinkel meer doet voor het welzijn van de dieren dan is verplicht, ontvangt diegene het keurmerk. Ook komt er een proef tegen konijnenoverlast op het Dakpark, met behulp van natuurlijke geurstoffen. Verder wil het stadsbestuur dierenbezitters helpen met de zorg voor hun dier als zij last hebben van ouderdom, financiële problemen en/of ziekte.

Ondanks de aanvullingen blijven veel acties uit het bestaande beleid gehandhaaft: de chip-uw-kat-actie, het meldpunt voor hoog-risicohonden, de aanpak van minder voedsel op straat om plaagdieren te verminderen en het stimuleren van de aanwezigheid van insecten door de aanleg van geveltuinen en groene daken. Ook het groenonderhoud, zoals het maaien, gebeurt op een insectenvriendelijk wijze.

Rotterdammers houden naar schatting alleen al 700.000 huisdieren. Daarnaast leven er vele dieren vrij in de natuur. De gemeente houdt zelf herten en runderen in hertenkampen en ten behoeve van begrazing. En er worden diverse (landbouw)dieren gehouden op de Rotterdamse kinderboerderijen. Voor de aanpassing op het bestaande beleid werkte de gemeente Rotterdam samen met de Dierenbescherming, de Adviescommissie dierenwelzijn en stadsnatuur, politie regio Rijnmond, Stichting Zwerfkatten Rijnmond, Dibevo, Dierenvoedselbank, Stichting Natuurstad, Bureau Stadsnatuur en Diergaarde Blijdorp.