Het Rotterdamse gemeentebestuur beschuldigt Amsterdam ervan in strijd met de wet te handelen door in geheel 020 een opkoopbescherming voor woningen tot 512.000 euro te willen invoeren.

In antwoord op vragen van ChristenUnie/SGP, PvdA en GroenLinks schrijft burgemeester Aboutaleb: "Het college constateert dat het voorstel van de gemeente Amsterdam niet rijmt met wat er in de wet staat over het beschermen van goedkope en middeldure koopwoningen. Het lijkt er eerder op dat het college in Amsterdam de scope en de beperkingen van de wet bewust negeert".

Per 1 januari komt er weliswaar ook in Rotterdam een opkoopverbod voor woningen. Maar dit gaat slechts gelden in een beperkt aantal van zestien wijken. Voorts wordt de grens voor het opkoopverbod, beduidend lager dan in Amsterdam, gesteld op 355.000 euro. Want: "Een prijsgrens van € 512.000,- voor goedkope en middeldure koopwoningen is hier niet te verantwoorden", aldus het Rotterdamse college.

De voorgestelde aanpak van Rotterdam houdt in dat beleggers in - bijvoorbeeld - het Molenlaankwartier in Hillegersberg Noord beleggers mogen doorgaan met het voor de verhuur opkopen van appartementen. Kansrijke handelsobjecten liggen onder meer in de Schubert-, Schumann en Mendelssohnslaan. Daar zijn appartementen met een WOZ-waarde onder de 355.000 euro, die zonder opkoopbescherming interessante woningen zijn - en blijven - voor particuliere huisbazen.

De interesse van beleggers voor deze appartementen zal na 1 januari ook mede toenemen, omdat in een vergelijkbare wijken als Kralingen Oost en Hillegersberg Zuid juist wel een opkoopverbod komt. 

Donderdag 16 december neemt de gemeenteraad een besluit over het opkoopverbod.