De woningen zijn veel duurder dan 752 euro, maar ze zullen toch gaan meetellen als sociaal. Dat geldt voor het grootste deel van de Lee Towers (630), Our Domain (152), Startmotor (40) en Martha Flora (34). Deze in totaal 856 piepkleine wooneenheden met huren in prijs variërend van 850 tot ruim 5000 euro moeten volgens de Rotterdamse gemeenteraad gewoon worden beschouwd als sociale huurwoning.

Een oproep van 50Plus om de woningen toe te wijzen aan de categorie, waarin ze feitelijk thuishoren, is afgekeurd door de krapst mogelijke raadsmeerderheid. Niet alleen VVD, CDA, D66 en CU/SGP vinden het een slecht idee. Ook de 'linkse' partijen PvdA en GroenLinks zijn tegen.
De discussie rond het niet-sociaal zijn van de Lee Towers en overige projecten leidde dit jaar tot vragen aan het provinciebestuur en kamervragen aan minister Ollongren. Maar het zorgde niet voor een verandering van de Rotterdamse bouwcijfers. Het gemeentebestuur blijft uitdragen dat sinds 2018 de sociale nieuwbouwproductie 35 procent is geweest. GroenLinks-raadslid Astrid Kockelkoren noemt dat percentage regelmatig om te vertellen dat het Rotterdamse bouwbeleid van haar college heel sociaal is.

In die 35 procent zijn ook nog meegeteld 900 sociale huurwoningen, die de afgelopen drie jaar voor meer dan 65 mille zijn gerenoveerd. Woningcorporaties Woonstad Rotterdam, Havensteder, Woonbron en Vestia vinden het flauwekul dat de gemeente hun renoveerde woningen meetelt als een toevoeging aan de nieuwbouwproductie sociale voorraad. Daardoor zou volgens hen een te rooskleurig beeld worden geschetst van wat er gebouwd wordt voor de minst draagkrachtigen.

Renovaties van woningen in de vrije sector (huur >752 euro, koopprijs >174.000 euro) rekent de gemeente, opvallend genoeg, niet mee bij de nieuwbouwcijfers van woningen in het midden-, hoger en topsegment. Het gevolg daarvan is dat het percentage van duurdere nieuwbouwwoningen ook niet meer klopt.