Bewoners van Hoogvliet, Pernis en Poortugaal, die ongerust zijn over de komst van de 200 meter hoge windturbines op het Beneluxplein, kunnen eind februari persoonlijk hun ei kwijt tijdens een meeting met de verantwoordelijke wethouder Bonte. De avond is belegd om de weerstand tegen de monsterpalen in goede banen te leiden. De bewoners zijn vooral boos omdat zij zich overvallen voelen door de hoogten van de windmolens, die afwijken van de basisafspraken. Ook wordt er - om de gemoederen te kalmeren - een klankbordgroep gevormd met bewoners van de Albrandswaard.
Op basis van de input van de bewonersavonden werkt de Rotterdamse wethouder een voorstel van de voorwaarden van dit windproject uit, zoals bijvoorbeeld een stilstandsregeling die de windturbine uitschakelt om overlast van slagschaduw te voorkomen.
Kritiek op de onverwachte en niet met de bewoners afgesproken hoogte van de windmolens was er ook van de werkgroep Windenergie Albrandswaard, die zich verbaasd had over de uitspraak van het projectteam ''dat lagere molens niet haalbaar zouden zijn vanwege economische redenen.''
''Een Pondera-rapport uit 2019 toont dat niet aan. Ook bij drie lagere molens - met tiphoogte 145m - is sprake van een positieve netto contante waarde. Bovendien wordt bij turbines van circa 200m geen rekening gehouden met exponentieel oplopende planschade.''
In zijn antwoord zegt Bonte dat er in 2021 opnieuw een haalbaarheidsstudie door Pondera is uitgevoerd, waarin is geconstateerd dat de optie van drie turbines van 145 meter ''niet langer financieel haalbaar is.''
En wat de planschade betreft: ''De gemeente Rotterdam is formeel de verantwoordelijke voor planschade en legt die door naar de ontwikkelaar tijdens de aanbestedingsfase. Daarbij is het aan de ontwikkelaar om het financiële risico van planschade in te schatten'', aldus Bonte.
Werkgroep: ''De turbines komen op circa 600 meter van de dichtstbijzijnde woonkern van Poortugaal Noord te staan. Hoe verhoudt zich deze minimale afstand tot de afstandsnormen van andere Europese lidstatenlanden met meer ervaring in onshore windturbines dan Nederland?''
Aanvullend: ''Hoe rijmt u dit met de boodschap vanuit de gemeente Rotterdam om de overlast voor omwonenden zoveel mogelijk te beperken? En: waarom meent u, met uw onervaren projectteam aan uw zijde, dat de afstandsnormen die in landen als Denemarken, Duitsland en Frankrijk met significant meerwindvermogen, bestaan, niet ook hier toegepast zouden moeten worden?''
Bonte: ''Het klopt inderdaad dat deze verschillen bestaan. Maar wat ook geldt is dat elk land zijn eigen milieubeleid bepaalt en borgt. Voor Windpark Beneluxplein heeft het onze voorkeur de windturbines zo dicht mogelijk bij het knooppunt te plaatsen en zo ver mogelijk af van bewoond gebied.''
Werkgroep: ''Dienen de molens op het Beneluxplein misschien als compensatie, omdat andere van uw projecten minder succesvol verlopen?''
Bonte: ''Daar is geen sprake van.''