Faouzi Achbar, de lijsttrekker van Denk in Rotterdam, wil uitgezocht hebben welke Somaliërs financiële, sociale en psychologische problemen hebben overgehouden aan ‘’de onrechtmatige fraudejacht’’, die er in het verleden op hen gemaakt is en toen de titel kreeg 'Het Somaliëproject'. Denk gaat daarover terug naar de tijd dat de huidige minister-president Rutte nog staatssecretaris was van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vanuit die functie een brief stuurde naar alle gemeenten met de opdracht om Somalische Nederlanders te controleren op bijstandsfraude.
’’Het Somaliëproject heeft een grote impact op een groep Somalische Nederlanders. Volgens het artikel van Oneworld over het Somaliëproject, hielden verschillende gemeenten fraudelijsten bij van Somalische Nederlanders en is uiteindelijk niet iedereen gecompenseerd voor deze jacht’’, aldus Achbar, die wil weten hoeveel Somaliërs er nog in Rotterdam wonen die hiervan destijds het slachtoffer zijn geweest. Het gaat hem in eerste instantie om de bereidheid van de huidige verantwoordelijke wethouder Integratie (Vincent Karremans, VVD) om te willen achterhalen.
Dat daarna (bij ja) van de kant van Denk vervolgens een verzoek komt om de compensatie alsnog uit te betalen, is evident.
Wat was toentertijd het protocol of de werkwijze van het college om (bijstandsgerechtigde) Somalische Nederlanders op te sporen? Op welke wijze gingen de handhavers te werk? Wat was de formulering van de te behalen targets? Het zijn voorbeelden van vragen van raadslid Achbar, die aangeven dat hij de vergeten affaire serieus terug wil brengen in het actuele licht van de schijnwerpers.
‘’En’’, besluit hij, in het kader van de politieke corebusiness van Denk, ‘’heeft het college destijds expliciet aangegeven dat er sprake was van rassendiscriminatie?’’