Het Landelijk Overleg Coffeeshops heeft een beroep gedaan op de gemeenteraad van Rotterdam om als hoogste orgaan van de stad in te gaan tegen het besluit van het stadsbestuur en cannabis toch te legaliseren.
Daarmee worden politie en justitie ontlast, zegt Simone van Breda, de voorzitter van het Overleg. Zij vindt dat Rotterdam het drugsprobleem dus anders moet benaderen en wel door samen met de coffeeshopsector, de verslavingszorg en verschillende wetenschappers op zoek te gaan naar alternatieven voor ‘’de huidige bij voorbaat kansloze aanpak.’’
Van Breda vraagt zich af waarom het Rotterdamse coffeeshopbeleid geen onderdeel vormt van het Drugsbeleid van de gemeente Rotterdam. ‘’De coffeeshopsector is wel al jaren vaste gesprekspartner van de gemeente en speelt een belangrijke rol als het gaat om het voorkomen dat mensen in aanraking komen met harddrugs en de daarmee gepaard gaande drugscriminaliteit. In de strijd tegen ondermijning vormen coffeeshops een onmisbare schakel. Ook als het gaat om het beschermen van de gebruiker, vindt de gemeente de coffeeshops aan haar zijde.’’
Het Landelijk Overleg Coffeeshops noemt daarbij als voorbeeld de cursus voor medewerkers van alle Rotterdamse coffeeshops in samenwerking met de GGD en Antes. ‘’Des te vreemder is het dat het woord ‘coffeeshop’ niet eens voorkomt in het beleidsstuk dat naar uw raad is gestuurd. Als het gaat om de doelstellingen van het Rotterdams drugsbeleid, dan valt op dat het college vooral wil inzetten op maatregelen met een repressief karakter: het ontmoedigen van gebruik, het verstoren van de handel en het terugdringen van het aanbod. Die aanpak heeft de afgelopen 40 jaar alleen maar geleid tot ongewenste resultaten.''
Van Breda: ''Dat is dus dweilen met de kraan open, omdat het stadsbestuur niet wil inzien dat de drugscriminaliteit met een repressieve aanpak alleen maar in stand wordt gehouden en dat hiermee de gezondheid niet wordt bevorderd.’’