De afschaling van de zorg in de ziekenhuizen blijft ongeveer gelijk in vergelijking met de afgelopen weken, zo meldt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Het baart de organisatie grote zorgen, zeker met de toename van het aantal omikronbesmettingen.

Er is voor 41 procent minder aan operatiekamers in gebruik dan normaal. Ongeveer twintig ziekenhuizen zeggen nu dat ze zorg die binnen zes weken moet worden gegeven (om verdere schade te voorkomen) niet binnen die termijn kunnen aanbieden.

Maar gemiddeld, alles verrekend over het geheel, gaat het om een zogenoemd 'gewogen' percentage van 40 procent van deze zorg die niet op tijd kan worden gegeven. "Voor mensen die wachten op kritiek planbare zorg is uitstel van zorg risicovol", zegt de NZa. Ook ziet de organisatie regionale verschillen in de toegankelijkheid van deze zorg en ook daar moet iets aan gebeuren.

De autoriteit heeft samen met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bij ziekenhuisbestuurders het belang benadrukt om "de komende weken bijzondere aandacht te hebben voor kritiek planbare zorg en herstel van zorgverleners".

Planbare zorg, zoals knie- en heupoperaties, is in 49 procent van de ziekenhuizen deels geannuleerd en in de andere helft volledig. Alleen zo kan acute en semi-acute zorg (zorg die binnen 24 uur moet worden verleend om gezondheidsschade te voorkomen) toch worden verleend.

Om de ziekenhuizen te ontlasten verwijzen huisartsen weer minder door, ziet de autoriteit verder. De poliklinische zorg en de oncologische diagnostiek zijn althans tot en met november niet teruggeschroefd.