De nieuwe coalitie is van plan om structureel ruim 4,5 miljard euro per jaar minder uit te geven aan de zorg. Dat is volgens het nieuwe coalitieakkoord nodig om "met het oog op de lange termijn" de overheidsuitgaven niet te ver te laten stijgen. Gesproken wordt van "maatregelen om de sterk groeiende zorguitgaven af te vlakken".
Het coalitieakkoord is weinig concreet over de bezuinigingen op de zorg. Waar het geld precies vandaan moet komen, is niet helemaal duidelijk. "Onze zorg is van hoog niveau en het stelsel staat niet ter discussie, maar verbeteringen in het stelsel zijn nodig", zo is in het akkoord te lezen. Er komt meer aandacht voor preventie en "overbehandeling" moet beter voorkomen worden.
Dit jaar gaat er zo'n 85 miljard per jaar naar de zorg, een van de grootste kostenposten van het kabinet. Oppositiepartijen reageren woedend op het voornemen hierop te besparen.
Verder moet iets gebeuren aan het duurder worden van geneesmiddelen en hulpmiddelen. De partijen willen de instroom in de geestelijke gezondheidszorg verminderen. Ouderen moeten zo lang mogelijk thuis blijven wonen in plaats van in een instelling. Mensen die op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) via de gemeente huishoudelijke hulp krijgen, moeten daar afhankelijk van hun inkomen zelf meer aan bijbetalen.
Op een aantal punten zijn de nieuwe coalitiepartijen juist van plan méér uit te geven aan zorg. Zo gaat er de komende kabinetsperiode 240 tot 360 miljoen euro naar de "pandemische paraatheid", om beter voorbereid te zijn op crises zoals het coronavirus heeft veroorzaakt. Als die post niet wordt meegeteld, gaat er zelfs 4,8 miljard euro van de zorgbegroting af. Het kabinet wil het werken in de zorg aantrekkelijker maken, maar is niet voornemens om dat te doen door de lonen te verhogen. Dat is al gebeurd, wordt opgemerkt. Als mensen meer uren maken, moet dat wel lonend gemaakt worden.
Door: ANP