Het aantal check-ins in het openbaar vervoer is tijdens de coronacrisis tot wel 90 procent minder per dag geweest in vergelijking met een jaar eerder. Tijdens de lockdown, die in maart werd afgekondigd, mochten mensen alleen met de trein en bus reizen als dat echt noodzakelijk was. Op 7 juli, de eerste dinsdag waarop er weer met het openbaar vervoer gereisd mocht worden, was het aantal check-ins ongeveer de helft van het aantal op een vergelijkbare dinsdag in 2019.
Dat blijkt uit de meest recente cijfers over inchecktransacties met de ov-chipkaart, opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en Translink.
In het onderzoek zijn de cijfers op dinsdagen met elkaar vergeleken. Op 10 maart, de laatste dinsdag voor de lockdown, bedroeg het aantal check-ins in het ov 4,73 miljoen, vergelijkbaar met een gemiddelde dinsdag in 2019. Omdat één reiziger meerdere malen kan inchecken, is het aantal check-ins hoger dan het aantal reizigers.
Op 17 maart, de eerste dinsdag na de lockdown, waren er 1,01 miljoen check-ins in het openbaar vervoer, 79 procent minder dan op een gemiddelde dinsdag in 2019. Nadat de scholen, horeca en sportclubs moesten sluiten, daalde het aantal check-ins verder tot 560.000 op 31 maart.
Op dinsdag 5 mei, Bevrijdingsdag en dit jaar voor veel werknemers een vrije dag, werden 460.000 check-ins geregistreerd. Dat is 90 procent minder dan in 2019 en tevens het laagste aantal op een dinsdag na de lockdown.
Na 5 mei nam het aantal check-ins op dinsdagen weer toe. Op dinsdag 26 mei was het aantal (1,04 miljoen) vergelijkbaar met dat van dinsdag 17 maart. Nadat per 1 juli iedereen weer met het ov mocht reizen, waren er op de eerste dinsdag erna (7 juli) 1,68 miljoen check-ins. Dit is ongeveer de helft van het aantal check-ins op een vergelijkbare dinsdag in 2019.
Door: ANP