In de nieuwe Woningmarktmonitor kondigt ABN AMRO opnieuw een stijging van de huizenprijzen aan die volgens hen is te wijten aan de lage hypotheekrente. “Hoewel aan de hypotheekrentedaling een eind is gekomen door de gestegen inflatie denken we dat de hypotheekrente per saldo laag blijft. Dit betekent dat de huizenprijzen verder kunnen stijgen,” zegt Philip Bokeloh, senior econoom bij het Economisch Bureau van ABN AMRO. Het zijn vooral jongeren en starters die last hebben van de huizenprijsstijgingen.
 
Woningmarkt is ongunstig voor jongeren
Het inkomen van de jongeren ligt doorgaans lager, ook hebben zijn vaker een flexibel contract, zodat zij minder eenvoudig een hypotheek krijgen. Zodoende zijn zij sneller gedwongen concessies te doen. De woningen die jongeren van 25 tot 35 kopen worden allengs kleiner. Verder is er een verschil tussen starters en doorstromers. Starters kunnen geen overwaarde meenemen en richten zich op woningen met een lagere koopsom. Maar daar zijn er steeds minder van. Acht van de tien starters beschouwt de markt dan ook als ongunstig.
 
Aankoopprijzen door het dak
In 2021 kondigde ABN AMRO een huizenprijsstijging aan van 15%. Deze verwachting is bijgesteld naar 12,5% voor 2022 en 5% voor 2023. De vraagprijzen stijgen misschien minder hard, maar de aankoopprijzen gaan nog steeds door het dak. In november 2021 bedroeg de gemiddelde verkoopprijs €404.000, terwijl dit een jaar daarvoor nog €60.000 lager lag.
 
Daling van 10% in woningaankopen
ABN AMRO verwacht dat het aantal woningverkopen, door het beperkte woningaanbod, het komende jaar eerst nog verder zal afnemen. “Na een daling van 5% in 2021 volgt een daling van 10% in 2022. Daarna kan in 2023 een herstel volgen. We denken aan een verkoopstijging van 5%,” aldus Bokeloh.  ABN AMRO merkt zelf ook dat er minder vraag is naar nieuwe hypotheken en ziet ook dat er online veel minder berekeningen van hypotheken zijn gedaan. 
 
Weinig aanbod
Net als vorig jaar is er nog steeds krapte op de woningmarkt; er staan momenteel nauwelijks woningen te koop. Volgens de Nederlandse Vereniging van Makelaars was de voorraad in het derde kwartaal van 2021 kleiner dan 170.000 woningen. Het komt er dus op neer dat kopers eigenlijk geen keuze hebben. Dit heeft als gevolg dat kopers meer risico nemen en sneller een beslissing nemen. Daar komt bij dat ze vaak boven de vraagprijs bieden in de hoop op een betere kans. Dit stuwt de huizenprijzen alleen maar meer omhoog. De door makelaars verkochte woningen stonden gemiddeld dan ook maar 23 dagen te koop.