Jarenlang verdiende Bert Wijbenga bij Woonbron een salaris dat boven de WNT-norm lag. Van 2013 tot en met 2016 kreeg de directeur 33.400 euro te veel uitbetaald. Ging over pensioenpremies. Hij moest op aandringen van de minister het bedrag terugbetalen aan Woonbron. En deed dat.
In 2017 gaf hij 15.000 euro terug. Het restant zou Wijbenga in mei 2018 terugbetalen, zo luidde de afspraak met zijn werkgever.
Wijbenga heb je nooit horen klagen over die financiële aderlating. Was ook geen enkele aanleiding voor. Hij had namelijk een afspraak met Woonbron gemaakt dat hij die 33.400 euro bij eventueel vertrek weer zou terugkrijgen. Het bedrag zou dan worden gestopt in zijn ontslaguitkering.
Wijbenga wist dat hij niet lang op die uitkering hoefde te wachten. Want in juli 2018 zou hij wethouder en locoburgemeester van Rotterdam worden. Van Woonbron ontving hij kort na zijn installatie zijn gouden handdruk. Bestaande uit genoemde 33.400 euro plus een aantal niet opgenomen vakantiedagen, tezamen uitkomend op 48.000 euro.
De Raad van Commissarissen van Woonbron heeft met het uitbetalen van deze ontslagvergoeding ervoor gezorgd dat Wijbenga zijn onrechtmatig verdiende loon, dat hij op last van de Autoriteit Woningcorporaties teruggaf aan Woonbron, via een u bocht constructie weer op zijn bankrekening teruggestort kreeg. Ditmaal niet als bezoldiging, maar als ontslaguitkering.
In hoeverre dat onzuiver is, laat de minister dezer dagen uitzoeken.
In de tussentijd is het aan de Coolsingel muisstil. Daar is men vast nog moe van het debat over die andere omstreden gouden handdruk voor D66-wethouder Arjan van Gils, voorheen gemeentesecretaris van Amsterdam. Zal het de stilte voor de storm zijn?