Alweer drie jaar geleden zou op de school waar ik 32 jaar werkzaam ben geweest een jubileumboek worden gepresenteerd.
De wethouder onderwijs (oud leerling) zou het als eerste in ontvangst nemen. Omdat het op een zaterdagmiddag ging gebeuren, toonde ik wat scepsis, maar dat werd in dat linkse onderwijsgezelschap met de zin “Jij hebt altijd wat te zeuren” weggewuifd.
Toen op het laatste moment gebeld werd dat de wethouder niet kon komen omdat hij coalitieoverleg had, zei ik met gefronste wenkbrauwen:“ Goh, dat is voor het eerst in jaren dat er op zaterdag coalitieoverleg is.” Om meesmuilend te vervolgen: “Die man werkt hard.”
Boze blikken waren mijn deel.
Bij de school werd parkeergeld gevraagd, omdat we bij een ingang van diergaarde Blijdorp zaten. Wel kregen we een aantal parkeerkaarten, maar waren die allemaal in gebruik, dan moesten collega’s betalen om hun werk te mogen doen: belachelijk natuurlijk. Ter compensatie kregen we vier vrijkaarten voor de diergaarde die in een pauze of vrij uurtje gebruikt konden worden.
Toen ik in het eerste partijprogramma van mijn partij over onderwijs kon schrijven kwam ik dus logischerwijs tot de conclusie dat lesgeven in Rotterdam extra beloond moest worden gezien de moeilijkheidsgraad. Meer salaris was wettelijk vrijwel onmogelijk, maar stroop i.p.v. azijn kan altijd.
Ik keek naar mogelijkheden om tegen vrij weinig kosten het werken in een grote stad te veraangenamen. Tegen de nadelen, zoals dure huisvesting, taalzwakkere leerlingen en veel leerlingen met problemen moest de stad voordelen bieden. Geef leraren een abonnement op de RET, Boymans van Beuningen, De Doelen, het RO theater, de diergaarde en een seizoenkaart voor een voetbalclub naar keuze. Allemaal door de gemeente gesubsidieerde instellingen, die voor een beperkte groep iets terug mochten doen. Eventueel kon de gemeente bij vele abonnementen kwantumkorting bedingen.
Toen we in het stadsbestuur kwamen ging ik natuurlijk direct bij de toenmalige wethouder Sjaak van der Tak langs. Ik had toe nog niet door dat zijn zin: “Heel goed idee, het heeft voor 100% mijn aandacht” in werkelijkheid betekende: “Ik leg het voorlopig in de la.”
Zo is het verder gegaan. Sjaak heeft de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs voorbereid, maar verder was en bleef het op de winkel passen. Net zoals de wethouders die na hem kwamen.
Dat passen op de winkel hield niet in dat de winkelvoorraad regelmatig gecontroleerd werd, want langzaam maar zeker ontstond een tekort aan onderwijzend personeel, dat uiteindelijk uitliep op de hedendaagse situatie. Vele onbevoegde docenten bij het VO en het regelmatig naar huis sturen van klassen bij het BO.
Nu moet ik zeggen dat niet alle wethouders zo apathisch waren als de huidige, maar konden ze nu echt niet in al die jaren dat wij van Leefbaar Rotterdam meedoen in de plaatselijke politiek mijn eenvoudige en niet al te dure plannetje doorvoeren?
Daarom nog een keer voor de volgende periode. Onderwijzend personeel heeft een vrije keuze. Maak de keuze voor de stad aantrekkelijker. Help bij huisvesting en maak de culturele uitstapjes, die wonen en werken in de stad aantrekkelijk maken, voor onderwijzend personeel gratis. Op tijd ontspannen voorkomt ook ziekteverzuim.
De kosten gaan voor de baat uit en die zijn hier gering. Ook gezien de financiële positie van de schoolbesturen, die nu dure uitzendkrachten moeten inhuren.
Daarbij, die gesubsidieerde culturele instellingen zitten te schreeuwen om publiek, want hoge bezoekersaantallen geven recht op meer subsidie uit Den Haag.
Het onderwijs, het onderwijzend personeel en de culturele instellingen in onze stad hebben er dus baat bij.
Hopelijk gaat de volgende wethouder onderwijs er eindelijk werk van maken!