Het was deze week zeven maanden geleden dat de gemeenteraad van Rotterdam een vrij onzalig besluit nam door de winkeltijdenverordening tot een maximum op te rekken. Winkels in de héle stad mogen dus nu altijd open. Dat klinkt mooi en zo werd het voorstel ook verpakt: vrijheid voor ondernemers. Wie wil dat nou niet?
Maar het was het CDA dat toen, zeven maanden geleden, wees op de keerzijde van dit besluit en op vele besluiten die hieraan vooraf zijn gegaan. Want de keerzijde van die keuzevrijheid is dat veel winkeliers in deze stad helemaal geen keuze meer hebben. Want vastgoedeigenaren en of winkeliersverenigingen verordonneren: mág je open, dan zúl je open.
En we kennen alle voorbeelden al lang:
• Vastgoedeigenaren die huren verhogen, omdat omzetgaranties stijgen bij ruimere openingstijden, zie MaHo-kwartier
• Winkeliersverenigingen die steeds weer extra openingstijden afdwingen met het zwaarste stemrecht van de grote jongens, zie Alexandrium • Er zijn voorbeelden zat, ik krijg ook signalen uit het winkelcentrum Hoogvliet waar de race to the bottom al bijna afgelopen is en de laatste lokale winkeliers hun tent noodgedwongen sluiten.
Het CDA gaf, in samenwerking met de PvdA, iedereen op die bewuste 16e mei 2019 nog een uitweg door een muizengaatje: wacht met het verder verruimen van de openingstijden totdat winkeliers beter beschermd zijn tegen dit soort praktijken door de aankomende landelijke ‘Wet keuzevrijheid winkeliers’.
Dit was een sjieke way out, maar de indieners van het voorstel (Denk, D66 en Leefbaar, gesteund door de VVD die altijd opkomt voor de hardwerkende Rotterdamse ondernemer) waren onvermurwbaar en verwierpen het amendement. Ik heb toen beloofd dat ik direct zou opstaan als de eerste winkeliers weer onder vuur zouden komen te liggen. Welnu, in Alexandrium is de race to the bottom in volle gang. Eenmanszaken krijgen hier zelfs keihard een boete als ze op de zoveelste koopavond van Black Friday of Cyber Monday hun winkel eventjes een half uur sluiten om wat te kunnen eten.
Dit kan en dit mag niet. Wij moeten als Rotterdamse politiek opkomen voor die lokale Rotterdamse winkeliers die we met z’n allen zo graag knuffelen omdat ze sjeu in de winkelstraten brengen, omdat ze eenheidsworst voorkomen, omdat ze ónze winkeliers zijn.
Ik ga hier nu niet weer ouwe koeien uit de sloot halen en wijzen naar de partijen die dit hebben veroorzaakt. Ik wil oproepen tot eensgezindheid, want ik wil de eerste politieke partij hier zien die ronduit zegt dat lokale Rotterdamse winkeliers níét belangrijk zijn voor onze stad. Ik roep daarom alle partijen op om expliciet te zeggen dat dit niet kan en dat wij achter onze winkeliers staan.
Wethouder Kathmann geeft aan dat in gesprek gaan met vastgoedeigenaren en winkeliersverenigingen geen zin heeft, omdat ze met lege handen komt en geen enkel (wettelijk) kader heeft om winkeliers te beschermen. Daarom hebben we die 'Wet keuzevrijheid winkeliers' snel nodig. Heel snel.