Op weg van Yogyakarta naar Semarang kwam onze chauffeur Anang wat aarzelend met een vraag op de proppen: ‘Is het echt waar dat als je in Holland geen werk hebt, je geld van de overheid krijgt?’ Hij vroeg het op een toon alsof hij ’t zelf een belachelijke idee vond. Alsof degene die hem dit ooit had verteld, hem stevig in de maling had genomen.
Ik voelde me bijna beschaamd om te vertellen dat het echt waar was. Anang keek me verbijsterd aan. Om het enigszins begrijpelijk voor hem te maken, legde ik hem uit dat we in Nederland allemaal ontzettend veel belasting moesten betalen. Dat de overheid daardoor dit soort dingen kon doen. Anang knikte, maar het ongeloof viel nog steeds op zijn gezicht te lezen.
We schrijven half maart en corona was in Indonesië nog geen item van belang. Althans, zolang je niet onlangs in China was geweest, want dat wilde de immigratiedienst op het vliegveld van Denpasar wel weten. Maar op de achtergrond broeide al iets. De mensen merkten dat er niet zoveel toeristen waren als gebruikelijk. Hotels en restaurants verwelkomden aanmerkelijk minder gasten dan normaal en taxi-chauffeurs, gidsen en excursie-verkopers klaagden dat ze niet veel te doen hadden.
Nauwelijks een week later sloot de Borobudur. Ook andere eeuwenoude tempels en bezienswaardigheden, waar daags daarvoor Willem-Alexander en Maxima nog hadden rondgelopen, gingen dicht voor het publiek. In Seminyak op Bali reden taxi-chauffeurs wanhopig doelloze rondjes in de hoop een klant op te pikken. De verhuurder van ligbedjes op het strand sprong een gat in de lucht als zich eindelijk een klant aandiende. En de normaliter zo preutse masseuses boden nu, staand in de deuropening van de salon, ongegeneerd ‘sensual massage’ aan; in de hoop op die manier toch nog wat rijst op het bord te krijgen.
In de laatste week van maart ging het snel. De man bij de entree van ons resort, die met zijn mini-busje mensen naar bezienswaardigheden bracht, verzuchtte:. ‘Ik denk dat ik maar naar de familie terugkeer, om weer als boer te werken’. En de volgende dag bleek hij inderdaad vertrokken. Zoals uiteindelijk de meeste winkels als ook restaurants de deuren sloten.
Al die mensen op Bali en Java, die het toch al niet breed hebben, zaten van het ene op het andere moment zonder werk. Zonder uitkering, zonder enig vangnet. In Thailand, Vietnam en Cambodja zal het wel niets anders zijn. Van mijn broer hoor ik hoe op de Filipijnen al het winkelpersoneel in de grote warenhuizen, de bankmedewerkers en beveiligingsfunctionarissen op het vliegveld, noem maar op, naar huis is gestuurd. Zonder één cent salaris. Als noodhulp verstrekt de regering de armen nu 25 kilo rijst per gezin per maand.
Onze Javaanse chauffeur Anang spookt weer door mijn hoofd. Ik kon hem een paar weken geleden al bijna niet aan zijn verstand brengen dat wij zoiets als een werkloosheidsuitkering kennen. Over de bijstand, WIA, AOW en pensioen heb ik het maar niet eens gehad. Wat zou Anang denken als hij hoort dat ’t horeca-personeel met 70% salaris naar huis is gestuurd en van de overheid 20% aanvulling krijgt. Dat voor kleine ondernemers en zelfstandigen allerlei aparte ondersteuningsregelingen worden gecreëerd. Ja, dat er zelfs voor sekswerkers een noodfonds in de maak is.
Het klimaat, natuurschoon, de stranden en de geuren en kleuren, mogen elders vele malen aantrekkelijker zijn dan in Nederland, maar qua sociale voorzieningen en vangnetten wonen we hier in het paradijs. Het kabinet zet niet alleen alles op alles om de KLM en Schiphol te redden, maar ook de horeca, de bouw, de kunstsector, het MKB en de ZZP’ers. Een operatie van ongekende omvang.
Ik merk dan ook dat ik wat kriegelig word als de regionale omroepen met hun miljoenensubsidies zichzelf opblazen tot onmisbare nieuwsbron en nu al beginnen te zaniken over verlies aan advertentie-inkomsten, hoe de uitgevers van de gratis huis-aan-huisbladen - waar niemand om vraagt - ook al naar ondersteuning hengelen. En hoe de HEMA - eigendom van één van de allerrijkste mannen in het land - al strategisch voorsorteert op surséance of een faillissement en alle schuldeisers dwingt tot een regeling.
Het is bewonderenswaardig hoe de Nederlandse overheid in ijltempo noodmaatregelen uit de grond stampt. Intussen zie ik de ene klager na de andere zeurpiet op tv. De tulpenkweekster die de compensatieregeling van de regering te karig vindt, omdat april normaliter voor haar de piektijd van het jaar is. De limoncello-producent met een soortgelijk verhaal. Ja, zelfs AOW’ers met een bijverdienste die buiten de steunmaatregelen vallen. Alsof het de plicht van de regering is om bij een ramp van deze omvang iedereen volledig te compenseren.
We zijn in de loop der tijd een knap verwend volkje geworden.