Veel is al gezegd over de Rotterdamse Mobiliteitsaanpak (RMA), maar in de laatste raadsvergadering van het politieke seizoen 20/21, werd weer een nieuw hoofdstuk geschreven in deze sage.
Nog even op een rijtje de vier uitgangspunten van de RMA:
1. Ruim baan voor voetgangers, fietsers en OV – van doorkruisen naar verblijven
2. Veilige en gezonde verbindingen – van indeling op modaliteit naar indeling op snelheid
3. Iedereen kan meedoen – verrijking mobiliteitskeuzes
4. Vitaal economisch verkeer – efficiënte en schone logistiek
Ik schreef hier al eerder (https://dagblad010.nl/Columns/de-mobiliteitsaanpak-is-een-no-brainer-) dat die RMA natuurlijk appeltje-eitje is, want de stad wordt er beter bereikbaar, veiliger en schoner door. Leefbaarder dus, daar kan zelfs Leefbaar Rotterdam onmogelijk tegen zijn zou je zeggen.
Maar de RMA ambieert met deze uitgangspunten wel een majeure ingreep in de mobiliteit van onze stad en dat vergt dus een gedegen aanpak en liefst eentje die er ook op gericht is draagvlak voor de ingrepen te creëren en behouden. En kritiek erop te kunnen voorzien van feiten. Dat is juist zo van belang omdat het debat hierover zo gepolariseerd is.
Het gaf dus vertrouwen dat bij de RMA-aanpak voorzien was in experimenten. Met een experiment probeer je iets nieuws waar je goed over nagedacht hebt. En met de resultaten van zo’n experiment bekijk je of je dat nieuwe wil behouden of toch terug moet naar het oude.
En er zijn drie dingen cruciaal bij experimenten. Ten eerste moet het doel van het experiment duidelijk zijn, zowel kwalitatief als kwantitatief. Ten tweede moet je, om de verandering te kunnen meten, een nulmeting hebben. En tenslotte: een experiment moet ceteris paribus afgenomen worden. Dat betekent ‘bij gelijkblijvende omstandigheden’, omdat als je meer aanpast dan alleen het experiment je niet weet of een verandering door dat experiment komt of door iets anders.
Helaas moet ik constateren dat de RMA-experimenten aan bovenstaande randvoorwaarden niet of niet genoeg voldoen. In de eerste plaats de laatste randvoorwaarde: ceteris paribus. Als er ooit een jaar is geweest waarbij de omstandigheden níét gelijk bleven, dan was het wel dit coronajaar. Mensen bleven massaal thuis en thuiswerken werd het nieuwe normaal. Zou dat geen invloed hebben gehad op de mobiliteit…?
Wethouder Bokhove pareert dit door te stellen dat de mobiliteitsbewegingen alweer (bijna) op het pre-corona niveau zijn, maar zelfs als dat zo zou zijn heb je een jaar van experimenten achter de rug (waarvan sommigen ook ín dit jaar al afliepen) waarbij de omstandigheden dus verre van gelijk bleven.
Van Aerssenlaan
Daarnaast hebben de experimenten onduidelijke kwantitatieve doelstellingen en ontbreken er vaak heldere nulmetingen. Dit legden de betrokken bewoners van de Van Aerssenlaan feilloos bloot toen ze bemerkten dat hun straat buiten het experimentengebied van de Maastunnelcorridor viel terwijl zij dagelijks overduidelijk merkten dat het sluipverkeer enorm toenam. Geen notoire tegenstanders trouwens, deze bewoners van de Van Aerssenlaan. Nee, ze stonden en staan juist positief tegenover de RMA, maar ze stelden gewoon logische en terechte vragen over de doelstellingen en de metingen. De antwoorden daarop waren, op z’n zachtst gezegd, niet overtuigend.
Deze optelsom zorgde ervoor dat het CDA Rotterdam een motie indiende die het College van B&W opriep om:
• de lopende verkeersexperimenten met minimaal een jaar te verlengen;
• keuzes voor het (semi)permanent maken van verkeerssituaties op basis van afgelopen experimenten voor minimaal een jaar op te schorten;
• en in het komende jaar een duidelijkere opzet te maken van de experimenten waarbij in ieder geval helderheid moet zijn over nulmeting en looptijd.
Appeltje-eitje zou je zeggen.
Maar nee, de polarisatie uitte zich ook in het stemgedrag van de gemeenteraad. De voorstanders van de RMA en de experimenten stemden tegen omdat ze zo snel mogelijk door willen pakken en experimenten willen omzetten in definitieve situaties. En de tegenstanders stemden tegen omdat ze niet kunnen leven met een verlenging van de experimenten.
Mijns inziens een sterk staaltje opportunisme en korte termijn politiek. Want draagvlak laat nog steeds te wensen over. En voorstanders zullen als drammers worden gezien. Resultaat: ondermijning van die goede en verstandige RMA. Voorstanders zullen zich nooit kunnen beroepen op duidelijke resultaten en tegenstanders evenmin. En de Rotterdammer zich maar afvragen wat we zijn aan het doen op de Coolsingel en in al die straten en op al die wegen waar we experimenteren met mobiliteitsingrepen. En wat denk je van die ouders die dagelijks hun kind naar het Sophia kinderziekenhuis moeten brengen en al twee maanden vast staan op de ‘s Gravendijkwal?
Wat leverde deze stemming wel op? Nou dat het CDA eens te meer bewijst politiek te bedrijven vanuit het verstandige en nuchtere midden. Geen opportunisme, maar realisme. Alleen onze socialistische vrienden van de SP hadden dit door. Dank daarvoor!