De roep vanuit het bedrijfsleven wordt steeds sterker. Techniek is het nieuwe toverwoord voor een zonnige toekomst. Vele banen zijn te vergeven. Ons stiefkindje met de naam ‘Minne Handarbeid’ moet snel omgedoopt worden tot troetelkind ‘Edel Ambacht’.
Ja, we hebben jaren geleden het kind met het badwater weggespoeld. We moesten allemaal zo hoog mogelijk opgeleid worden, want alleen dan was er kans op een goed betaalde baan, zo werd beweerd. De opleidingen voor vaklieden werden veralgemeniseerd, want iedereen moest toch een brede basis krijgen. Doorleren was verplicht, ook al was dat iets wat vaak niet gewild werd. De praktijkgerichte mensen moesten toch vooral veel theorie tot zich nemen. Gevolg was wel dat de vakopleidingen in de knel kwamen. De aloude ambachtsschool was niet meer.
Daarbij kwam ook nog dat voor vele banen waarbij de handen uit de mouwen gestoken moesten worden, de neus werd opgehaald. Die laag op de maatschappelijk ladder geplaatste beroepen moesten maar vervuld worden door mensen uit andere landen. Eerst kregen we mensen uit voornamelijk Spanje, later kwamen onze zogenaamde gastarbeiders uit andere landen rond de Middellandse Zee.
Nu zijn de Polen en andere Oost-Europeanen in trek. Loop de bouwplaatsen maar op en je hoort allerlei talen behalve Nederlands, zo lijkt het. Een Nederlandse huisschilder tref je nauwelijks meer aan.
En dan nu de roep om meer aandacht voor en opwaardering van techniek. We komen vele vaklieden tekort. De samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven moet herijkt worden, want van een goede aansluiting is nauwelijks sprake. De jeugd moet weer meer belangstelling gaan tonen voor techniek, moet meer gaan kiezen voor kansrijke vakopleidingen. De hinderlijke veralgemenisering moet plaatsmaken voor verdieping van specialisme. Die vermaledijde ambachtsschool moet weer nieuw leven ingeblazen worden.
In de techniek zijn de mogelijkheden ongekend en de arbeidssatisfactie idem dito. Zelfs de creatieve geesten komen aan hun trekken. Denk hierbij o.a. aan industrieel ontwerper, constructeur, constructietekenaar en architectuur. Ook zijn er volop doorgroeimogelijkheden.
Dat wekken van interesse voor techniek moet eigenlijk zo jong mogelijk beginnen, zelfs en juist al in het basisonderwijs. Hierbij valt te denken aan het werken met constructiemateriaal, zoals lego, fisher en meccano.
Het werken met hout en textiel biedt goede kansen voor het wekken van interesse in techniek. Het leren omgaan met elektro in de dagelijkse praktijk kan daar ook aan bijdragen. Dat heeft als bijkomend voordeel dat kinderen al op jonge leeftijd de gevaren van het omgaan met elektronische apparatuur leren onderkennen.
Vele mogelijkheden die o.a. in de handvaardigheidslessen ondergebracht kunnen worden. Een ander bijkomend voordeel is dat onze kinderen weer gaan spelen met uitdagend materiaal, waarbij de creativiteit verder ontwikkeld kan worden.
Geweldig toch?!
Folders
Techniek in het basisonderwijs
4 April 2018, 08:49 uur
Columns