Toen ik in 2001 openlijk koos voor Pim Fortuyn overkwam me iets merkwaardigs.
Mijn hele professionele leven bewust gekozen voor een zwarte school in Rotterdam West, waar ik een tot op dat moment vrijwel probleemloze carrière had, maar toch ineens tot een zeer perfide mens gebombardeerd.
Mijn leerlingen waarschuwden me dat een journalist in de pauze aan hen had gevraagd hoe het was om les te krijgen van een racist. Verbijsterd hadden ze eerst gevraagd wie hij bedoelde en hem daarna op het belachelijke van zijn veronderstelling gewezen (5 VWO).
Eerlijkheidshalve moet ik vermelden dat hij de goed geformuleerde antwoorden van mijn leerlingen in zijn stukje in het RD letterlijk weergaf.
Een radioreporter van RTV Rijnmond noemde me ‘een oplichter’, omdat ik herstellende van een hersenbloeding 50% in de WAO zat. “Wen er maar aan” zei Pim me en hij vervolgde: “mij gaan ze vast nog wel van pedofilie beschuldigen” Dat is inderdaad postuum gebeurd.
De zogenaamde kwaliteitskranten
Dat wennen van Pim vereist een brede rug, want de beschuldigingen gaan niet in je koude kleren zitten. Veel mensen in je omgeving denken “waar rook is, is vuur” en gaan in de beschuldigingen geloven; het staat immers in de krant. Vanaf dat moment ben ik mijn toch al wankelende geloof in de “onafhankelijke” media voorgoed verloren. Met name de zogenaamde kwaliteitskranten waren het ergst.
Ik wende er aan, maar ging pas goed balen toen mijn schoolleiding vertelde klachten van ouders te hebben gehad en mij liever niet meer voor TVWO klassen zag staan! (bleek gejokkebrok achteraf)
Fijntjes wees ik ze op artikel 1 van de grondwet, waarin discriminatie in verband met politieke voorkeur is verboden. Oké, ik kreeg mijn salaris, maar mocht niet meer voor de klas! Gelukkig voor mij werd ik 100% gesteund door mijn omgeving die hun eigen ervaringen belangrijker achtten dan de meningen in de media.
Ik was één van de gelukkigen, want anderen die zich hadden aangesloten, werden genadeloos aangepakt. Collega’s die niet meer wilden samenwerken. Familieleden, die werden aangekeken op de keuze van hun verwanten. Vakantievrienden, die zich openlijk distantieerden.
Kortom in één klap paria’s.
Radio Rijnmond
Dan moet je sterk in je schoenen staan en dat kan niet iedereen. Op onze lijst was een flink aantal kandidaten zo geschrokken, dat ze zich openlijk van ons afkeerden. Eén van hen Harry van den Bouwhuysen kreeg zelfs een spotje bij Radio Rijnmond om te zeggen, dat hij geen racist was. (wij dus wel!)
Anderen wezen op de gevolgen voor hun kinderen en verdere familie en wilden niet in de openbaarheid treden. Vandaar dat toen Pim vermoord was no.29 van de lijst (Dries Mosch) wel het lef had zijn plek in te nemen, want alle kandidaten tussen de 22 en 29 durfden niet. Uiteindelijk werd Dries Mosch nog nestor van de Raad: 16 jaar aan één stuk.
Toen ik senator werd kwam een Tweede Kamerlid me vertellen, dat het “minder, minder, minder” incident hem zijn huwelijk ging kosten. Zijn vrouw kon de kritiek niet meer trekken. Hij koos eieren voor zijn geld.
De constante subjectieve en negatieve berichtgeving rondom Thierry Baudet vraagt ook zijn tol bij de mensen in zijn omgeving. Sommigen accepteren het schouderophalend, maar anderen krijgen knikkende knieën. Het frappez toujours van de media gaat hen niet in de koude kleren zitten. Ze geven het maar op en gaan zich ineens verzetten tegen hun voormalige woordvoerder. Van Saulus worden zij Paulus; in de waarschijnlijk ijdele hoop de kritiek op hen te doen omkeren in bewondering.
Je hebt de neiging ze lafaards en slappelingen te noemen, maar ja, niet iedereen is hetzelfde en niet iedereen wordt door zijn omgeving gesteund.
Hun gedrag met de mantel der liefde bedekken, gaat echter veel te ver, dus ik houd het maar bij slappe politieke knieën.