Toen enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog bleek dat Duitsland opgedeeld zou blijven, gingen de geallieerden - name Engeland en Frankrijk - zich bezighouden met de politieke inrichting van het Westelijke deel dat onder hun verantwoordelijkheid viel.
Uitgangspunten waren ten eerste dat in West Duitsland nazi’s geen schijn van kans meer mochten krijgen en ten tweede: hoe krijg je een land c.q. volk zonder echte democratische traditie zo ver democratie als blijvend systeem te accepteren?
Ik kom erop, omdat ons land in rasse schreden op weg is naar politieke chaos. Er hebben zich maar liefst 89 partijen aangemeld als deelnemers bij de volgende verkiezingen voor de Tweede Kamer. Op dit moment zijn daar 15 fracties actief. Groepsbelang en persoonlijke belangen lijken belangrijker dan algemeen belang. Daarbij zorgt die versplintering tot ellenlange vergaderingen en tijdverspilling, omdat iedere fractie van zich wil laten horen en zich wil manifesteren door b.v. het stellen van kostbare maar vaak onnodige vragen.
Om te voorkomen dat ooit weer een klein partijtje zou kunnen uitgroeien tot een grote, die daarna de democratie zou afschaffen, introduceerden de geallieerden bij de politieke inrichting van West Duitsland de kiesdrempel. Een partij krijgt pas een vertegenwoordiging als ze meer dan 5% van het totaal uitgebrachte stemmen haalt. Dat zou in ons land het aantal partijen reduceren van vijftien tot zeven!
Bij de verkiezingen voor de West Duitse Bondsdag (bij ons Tweede Kamer) hield men rekening met de bestaande politieke systemen, maar tegelijkertijd zag men de mogelijkheid om nu een nieuw en betere manier van besturen te creëren. Het systeem van de V.S met een machtige president werd voor het toenmalige West Duitsland om begrijpelijke redenen niet verstandig geacht. Zowel de Engelsen als de Fransen zagen de problemen in hun eigen landen met evenredige vertegenwoordiging (Frankrijk) en het districtenstelsel (Engeland). In Frankrijk van de vierde republiek kende men om het halve jaar een kabinetscrisis en in Engeland werd de immens populaire Churchill in 1945 de laan uitgestuurd, omdat hij slechts in één district kandidaat kon zijn.
Uiteindelijk besloot men tot de invoering van het huidige systeem: Een combinatie van het districtenstelsel en evenredige vertegenwoordiging; na de eenwording van Duitsland in 1990 werd het doorgevoerd in het hele land. Bij verkiezingen voor de Bondsdag brengen de Duitsers twee stemmen uit. Eén op een persoon uit hun district en één op een politieke partij.
Voordelen zijn een stabiele regering en iedere kiezer heeft een afgevaardigde in de Bondsdag die hem vertegenwoordigt. Persoonlijke ambitie kan worden omgezet in een zetel, maar met een scherpe controle van kiezers uit je district die de hele periode aandacht voor hun problemen kunnen vragen. Daarnaast worden solide politieke blokken gevormd, waarbinnen divers gedacht kan worden. Verder werd en passant afgerekend met het ondemocratische relict uit het verleden: de senaat. Geen Hogerhuis (Engeland) of senaat in Duitsland.
Ik ben graag bij onze Oosterburen: pittoreske dorpjes, schone steden, lekker eten, gastvrije mensen en cultuur alom. Misschien kunnen we hun kiesstelsel overnemen: democratischer en eerlijker dan het onze. Ze willen ons vast graag leren hoe we het kunnen in- en uitvoeren.
Of het politieke kartel - dat met het huidige systeem haar macht behoudt - bereid is de kip met de gouden eieren te slachten voor meer invloed van de kiezer en een eerlijker stelsel?
Ik vrees met duizend vrezen.