Ongeveer in het midden van de negentiende eeuw beefde half Nederland van angst voor de Cholera Asiatica, inderdaad, afkomstig uit Azië. Er stierven mensen aan. De dodencijfers waren hoog. Genezen leek onmogelijk.
Met alle berichten over het Corona-virus dacht ik meteen weer terug aan deze epidemie, en aan de gruwellectuur die de artsen toen schreven over hun patiënten, echt, wat je nu leest op Facebook is er niks bij. Binnen een paar uur kon je van gewoon gezond veranderen in dood en blauwig, daarom heette het ook wel de 'blauwe dood'. Ja, dat is gezellige informatie. En dan heeft u de medische tekeningen nog niet gezien, ik wel.
Van mezelf heb ik een diepe interesse voor epidemieën en daar ben ik bepaald niet de enige in, getuige het aanbod van films en documentaires op Netflix. Alleen: ik kijk, lig ervan wakker en ga de dag weer aan het werk. Waarom zou ik Chinese Nederlanders aanspreken op de verspreiding van het Corona-virus? Toch lees ik in de kranten dat het gebeurt. Dat is een beroerde zaak, niet alleen omdat het een grote domheid onder de bevolking bloot legt, maar ook en vooral omdat discriminatie zo pijnlijk is. En juist deze discriminatie heeft een lange geschiedenis, die verder terug gaat dan het naroepen van de Chinese verkopers van streetfood in de jaren 1950. Naroepen en nawijzen is een gebrek aan innerlijke beschaving of van angst, of van een combinatie, die misschien nog enger is dan dat virus.
Wat ik weet van enge ziekten is dat ze komen en gaan, en dat wij mensen er betrekkelijk weinig tegen kunnen doen. Hebben we het een onder controle, dan duikt het ander op. Is er in land X weinig meer aan de hand, dan ontploft de zaak in het buurland Y. Zo is het leven. Er is geen honderd procent controle.
En dat is eigenlijk buitengewoon geruststellend. Wat we kunnen doen is beperkt: gezond leven en injecties halen waar mogelijk. Geen risico's opzoeken. En elkaar bijstaan. Dus dit is mijn voornemen. Wanneer ik op straat een opmerking hoor over de combinatie van Corona en Chinese Nederlanders, dan zal ik er hardop wat van zeggen. Dat klinkt voor u misschien normaal, maar ik ben een muis van binnen, snel bang enzo, dus het is voor mij iets dat ik niet zomaar doe. Maar het moet. Omdat domheid het ergste van alles is.