Al sinds mijn elfde jaar kom ik op Schouwen Duiveland. In Burgh-Haamstede voor mij eigenlijk nog steeds twee aparte dorpen. Ook nu nog zijn wij minstens twee dagen per week op ons terras aan de duinen.
Pas als ik tegen het vallen van de nacht lichtstralen over de duinen en voor ons onderkomen zie kan ik rustig in slaap vallen: twee keer kort – stop - één keer kort - stop – twee keer kort – stop - één keer kort – stop- enz. enz.
Met vriendjes uit het dorp gingen we vaak s’avonds op een duintop liggen en daar zagen we ook de andere vuurtorens van West Capelle, Ouddorp, Breskens en Hoek van Holland in de verte schijnen. Voor ons was er echter maar één echte vuurtoren, die van Nieuw Haamstede bij het vliegveld.
Het vliegveld werd voor de oorlog regelmatig gebruikt en daarom schilderde men onze vuurtoren rood-wit. Duidelijk zichtbaar voor de piloten. Ook de toren bij het vliegveld op Ameland is om die reden rood-wit.
Anderhalf jaar geleden stonden mijn jongste zoon, de kleindochters en ik met onze elektrische scooters op Noord Beveland en keken naar ons eiland. Even verstarden we en keken elkaar aan. We misten iets. “De vuurtoren is weg Opa” merkte mijn jongste kleindochter op. “Dat kan niet schattebout” zei ik, maar eerlijk gezegd zag ik hem ook niet. “Hij heeft een jas aan” riepen onze oudste kleindochter en verdraaid, onze vuurtoten stond in de steigers. Het zag er heel raar uit, alsof een stukje Schouwen weggerukt was. Ik hoop dat hij snel weer uit zijn jas kan,” verzuchtte ik.
Toen onze kleindochters nog klein waren, heb ik ze op de mouw gespeld, dat ik de toren eigenhandig geverfd had. Gewoon aan een lang touw, waar ik steeds meer lengte aan kreeg zodat ik spiraalsgewijs langs het gebouw naar beneden kon lopen met een kwast in mijn hand.
Om het aannemelijker te maken vertelde ik erbij alleen rood te gebruiken, omdat de toren – hol van binnen – wit is. Aanvankelijk geloofden ze hun Opa, maar nadat ik verteld had windmolens met mijn telefoon uit en aan te kunnen doen, gingen ze toch aan me twijfelen. Boven twijfel verheven en altijd licht gevend was de rood-witte vuurtoren van Haamstede. Letterlijk een vuurtoren voor de branding en figuurlijk een rots in de branding, die je iedere keer weer - in haar trotse rood-wit - majestueus op je neerkeek als je van het mooiste strand van ons land afkwam.
Edoch ons land heeft briljante ambtenaren die zetelen in het verre Amersfoort. Eén van hen heeft het hersenspinsel gekregen om onze toren weer terug te verven in de kleur van voor het openen van het vliegveld 90 jaar geleden. Flets bruin, ze zijn al begonnen met verven. Inspraak van bewoners die er de hele dag tegen aan moeten kijken is – zoals gebruikelijk in ons land – niet gevraagd. Een paar ambtenaren weten meer, dan duizenden Schouwenaren kunnen weten.
Toen ik het gisteren hoorde, keek ik voor de zekerheid even op de kalender, maar inderdaad nog geen 1 april . Daarna werd ik overvallen door een gevoel van diepe treurnis. Hoe halen ze het in hun vale klerkensmoelen? (vrij naar Komrij)
De kleur van Rotterdam is groen – wit dus Feyenoord en Sparta moeten voortaan maar in het groen wit gaan spelen.
De Nachtwacht moet weer onder het bruine vernis bedekt worden, waaronder het eeuwen heeft gezeten.
Het Wilhelmus moet maar weer vervangen worden door het “Wie Neerlands bloed”
Kom op nazaten van Jacob Cats en Michiel de Ruyter. Verzet je met alles dat je hebt tegen deze barbarij. Kom op lokale politiek laat je tanden zien en mobiliseer de bevolking.
En als dat allemaal niet helpt, dan wil ik wel met een touw en een kwast in mijn hand mijn kleindochters laten zien dat Opa’s nooit jokken.