Er zijn woorden die de macht hebben om u meteen stil te zetten en als u dan niets voelt, weet u dat u iets belangrijks mist. Een van die woorden is: contractpension.
Dat waren de pensions waarin Indische Nederlanders een onderkomen vonden bij hun komst naar Nederland, na de onafhankelijkheid van Nederlands Indië. Afmeren met een van de boten van de Rotterdamse Lloyd en dan het pension in.
Het contract sloot het pension met de regering: zoveel geld voor zoveel gasten. Of nou ja, gasten? Dit waren mensen aan wie te verdienen viel, wisten veel pensionhouders. Als je minder geld besteedde aan het eten, bijvoorbeeld, dan was het verschil tussen contractgeld en uitgaven voor jou. Dan had een contractpension altijd huisregels, dus misschien is het beter niet over gasten te spreken.
Ik hoor weinig goeds over contractpensions. Slecht eten, weinig gelegenheid tot wassen en een licht tot ernstig vijandige omgeving. Over het geld zwijg ik dan nog maar even. Nu is er wel het een en ander over contractpensions geschreven, en dat is mooi maar ik wilde er graag ook iets anders bij. Een eenvoudige muurplaat, te bevestigen naast de voordeur. Dat hier - en dan komen de jaartallen - een contractpension gevestigd was voor Indische Nederlanders. Het liefste zou ik zien dat al die platen in dezelfde nacht aan de muur geschroefd worden, dit in verband met het verrassingseffect van wakker worden in een stad met een nieuwe betekenis.
Ooit was ik bij een reünie van een contractpension. De huisbaas zat mee aan de tafel. Het was een rare bedoening. Vooraf hadden de voormalige gasten allerlei lelijks over de man tegen me gezegd en nu? Nu waren ze zo vriendelijk alsof het weer als toen was. Die gedwongen afhankelijkheid. Net of de verhouding van vroeger nooit echt voorbij kon gaan.
Ja, er waren ook gastvrije contractpensions. Natuurlijk. Zo zwart-wit is de historie nooit, ook die van eergisteren niet. Maar het gaat me om die plaatjes naast de deur. En vooral om de vragen die dat oproept. Hoe daar was, hoe de mensen leefden, waarom ze hier waren en wat ze allemaal moesten terugbetalen aan de regering. Als je iets ziet, dan wil je het toch begrijpen?
U merkt wel dat ik optimistisch ben over het lerend vermogen van mijn medemens. Wat mij betreft mogen er nog veel meer gedenkplaten en standbeelden bij. Ze laten zien wie we waren, een paar generaties geleden, en wie weet, zijn we nog wel een beetje zo.