Er zijn van die momenten, dat je mond open valt van verbijstering. Ik had het toen ik las dat de Turkse moskeeverenigingen gaan proberen om Geert Wilders op Twitter in de ban te laten doen. Reden? Hij zet aan tot geweld door onder meer hun belangrijkste profeet Mohammed te beledigen. Zo schreef hij dat die profeet pedofiel zou zijn. Wilders beroept zich daarbij op de Hadith, de boeken waarin het leven van Mohammed besproken wordt en waarin staat dat hij trouwt met Aisha, die inderdaad slechts negen jaar was.

Ik verwonderde me vooral over de beschuldiging van haat zaaien en zo oproepen tot geweld. Wilders heeft zich duidelijk verdiept in één van de heilige boeken van de moslims, maar mag daar klaarblijkelijk geen conclusies uit trekken. Dat voorrecht is weggelegd voor gelovigen (lees moslims). Ongelovigen hebben sowieso geen oordeel te vormen over gelovigen vinden de meeste aanhangers van Mohammed.

Als leraar met een bevoegdheid tot het geven van godsdienst (op protestants christelijke scholen) heb ik me vanaf de komst van de eerste moslims op mijn openbare school verdiept in hun bronnen. Ten eerste omdat ik het mateloos interessant vind en ten tweede omdat een historicus zijn mening altijd onderbouwt met bronnenonderzoek en ten derde omdat ik – in mijn ogen - vreemde uitspraken wil begrijpen. Ik ben er nog niet klaar mee.

Wat ik wel weet is dat ook Jezus door moslims als profeet wordt gezien; sterker nog: ze beweren dat hij moslim was (net als veel andere Joodse en Christelijke profeten).

Om terug te komen op de beschuldiging van aanzetten tot geweld: nu de kerst gaat naderen worden extra beveiligingen aangelegd bij de kerstmarkten. Rotterdam CS is beveiligd met betonblokken en paaltjes. De Westerse wereld is geteisterd door terroristisch geweld en vreest nog iedere dag. Al die terroristen beroepen zich op boeken, waaruit ook Wilders zijn kennis put.

Volgens mij begeven de Turkse moskeebeheerders zich dus op zeer glad ijs. Hun profeet Isa heeft het al 2000 jaar geleden gezegd: ‘Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt’, zo sprak Jezus in Matteüs 7:1. ‘Want op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld worden, en met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden.
Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” zolang je nog een balk in je eigen oog hebt? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen’ (Matteüs 7:1-5, NBV).

Duidelijk toch?