Voor me liggen de boeken Droomkabinet en Het zakenkabinet van Pim Fortuyn geschreven in respectievelijk 1994 en 2001. Het zijn verzamelingen van korte stukjes over de politieke cultuur van zijn tijd en ze zijn nog steeds erg actueel.
Fortuyn blijft zich verwonderen over de toestand van de politiek waarbij een klein deel van de bevolking (partijleden) via ons kiessysteem de macht monopoliseert.
Daarbij merkt hij voortdurend op, dat Nederland geen meritocratie is, maar dat eigenlijk wel moet worden. In een meritocratie wordt het land bestuurd door de besten! Dat gebeurt niet, omdat talentloze en ambitieuze politici uit eigenbelang als een struikelblok voor de carrière van deskundigen gaan liggen.
Ook vestigt hij de aandacht op sterke mannen en vrouwen (hij noemt Kok als voorbeeld) die de touwtjes in handen hebben en die hun eigen congressen gebruiken als klapvee. Daarnaast merkt hij op dat (hoge) ambtenaren – vaak partijgebonden – alle belang bij niet deskundige bestuurders hebben; in het land der blinden is éénoog immers koning!
Helaas is er nog steeds niets nieuws onder de zon. De crisis waarin bestuurlijk Nederland verkeert kan ineens opgelost worden als Rutte aftreed. Hij doet dat niet, omdat hij de ambitie heeft de langst zittende premier van ons land te worden en omdat hij nog geen duidelijke ingewerkte opvolger heeft (Karremans in Rotterdam is op weg?): Persoonlijk- en partijbelang boven landsbelang. Maar laten we voorop stellen, dat de kiezers hem daartoe in staat hebben gesteld door ‘m verreweg de meeste stemmen te geven.
Nu de onderhandelingen mislukt zijn stevent men op een minderheidskabinet af. Dat lijkt een kans, omdat dit alleen kan slagen als een meerderheid van de Tweede - en de Eerste Kamer afzonderlijke bestuurders (liefst geen lid van een politieke partij) uitsluitend beoordelen op hun uitvoerend beleid en niet op politieke afkomst.
Een medicus op volksgezondheid, een militair op defensie, een ervaren schoolbestuurder op onderwijs, een aannemer op volkshuisvesting, etc. Mensen die met hun poten in de modder hebben gestaan, die ervaring en kennis hebben van de materie waar ze beslissingen over moeten nemen. Die daardoor de menselijke maat als uitgangspunt zullen nemen en zuinig zullen omgaan met belastinggeld. Bestuurders die zonder aanziens des persoons ambtenaren kunnen aanpakken of - indien nodig - terecht kunnen wijzen.
Ook van belang is dat zulke bestuurders alleen verantwoording afleggen aan de Kamers, maar bij impopulaire beslissingen geen rekening hoeven te houden met een eigen politieke achterban. Met andere woorden, niet bang hoeven te zijn voor hun carrière.
Stel Rutte, Kaag en Hoekstra besluiten zich te laten omringen door specialisten, die ze alleen begeleiden in het voor hen onbekende politieke mijnenveld, maar verder met rust laten. Dan is dat in ieder geval een stap richting meritocratie, dus een stap in de goede richting.
Dat was het niet toegeven aan de geforceerde poging tot een machtsgreep van links sowieso al.