In de jaren zestig toen het platgebombardeerde Rotterdam in de wederopbouw kwam werd het straatbeeld overheerst door bouwers. Het geluid van vrachtwagens, cementmolens, heipalen die de grond ingeslagen werden, het ging ons kikkerlandje voor de wind. Nederland was vrij en vele jongemannen die in de oorlog door de bezetter gemuilkorfd waren vonden hun heil en werk in de bouw. Een zeer ongewenst neveneffect van dit prachtige reclamebeeld van de naoorlogse jaren waren de vele steigers met daarop de met testosteron overladen bouwvakkers die elke langslopende jonge vrouw nafloten en met de ogen zowat ontkleedde.
Het was ook de tijd van de verandering van de morele waarden in het Westen en daarmee de start van de seksuele revolutie. Maar tegelijkertijd met die seksuele bevrijding kwam ook de vrouwenbeweging op waar wij als jonge vrouwen ons gingen verzetten tegen de onderdrukking door mannen en waar wij streden tegen de seksuele onderdrukking en geweld van de mannen.
Het ‘baas in eigen buik’, de Dolle Mina’s, het dragen van broeken en minirokken, het feminisme en de emancipatie van de vrouw maakte veel los in Nederland en de rest van de Westerse wereld. Progressieve politieke partijen pakten deze maatschappelijke tendens op en de maatschappelijke druk op de fluitende bouwvakkers die symbool stonden voor straatintimidatie, voor onderdrukking van de vrouwen werden niet meer getolereerd en verdwenen uit het straatbeeld.
Natuurlijk was dat in de eerste jaren een stevige trap tegen het zere been van de traditionele kerken die zeer terughoudend en afwijzend tegenover de vrijheid van de vrouw stonden. Het oppermachtige van de man als hoofd van het gezin, het trouwen binnen dezelfde geloofsgemeenschap en het overheersen van de vrouw stond er namelijk mee ter discussie.
Toch heeft deze emancipatie van de vrouw het uiteindelijk gewonnen in onze samenleving, al heeft het zo’n vijftig jaar geduurd. En helaas anno 2021 kan er nog steeds niet volmondig gezegd worden dat de man en vrouw volledig gelijk zijn. Daarom is het dramatisch en onacceptabel om te constateren dat de laatste jaren het gefluit van de bouwvakkers uit de jaren zestig overgenomen is door het indringende en irritante gesis van de vele migrantenmannen.
Niets meer vrouwenemancipatie, niets meer gelijkheid van behandeling man en vrouw. Onder invloed van andere culturen die duidelijk maatschappelijk de vrouwen onderdrukken, uithuwelijken, besnijden en behandelen als minderwaardige wezens zie je in het Nederlandse straatbeeld dat we weer terug in de tijd dreigen te gaan.
Als oudere vrouw die zich zeer actief geroerd heeft als feministe, als activiste strijdend voor de vrouwenrechten in de jaren zeventig op alle barricades heeft gestaan vind ik het onacceptabel en stuitend dat Rotterdamse vrouwen worden nagesist en zo massaal last hebben van straatintimidatie door migrantenmannen.
Net als in de jaren zestig en zeventig vraagt dit om een emancipatiebeweging.
Echter nu niet van alleen de vrouwen maar ook van de mannen en de politiek. Wat mij betreft gaan we staan voor onze gewonnen waarden van gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Daar weer de straat mee op en dat publiekelijk laten merken. Demonstreren, bijeenkomsten organiseren, publieksposters maken dat vrouwenonderdrukking niet kan, niet mag en niet moet. Daar begint het. En regels stellen als politiek, het keihard beboeten en bikkelhard bestraffen als die straatintimidatie plaatsvindt.
Maar ook ingrijpen als vrouwen opgesloten worden thuis, of mishandeld worden. Geef de mannen die het doen maar stevig straf en verplicht ze lessen te nemen in opvoeding en in gelijke behandeling van man en vrouw. Geef maatschappijleer in het basisonderwijs en leer die jonge kinderen (jongens en meisjes) hoe een geëmancipeerde samenleving vrouwen behandelt.
Ga als politiek, als overheid ook vooral het gesprek aan met de geloofsgemeenschappen en moskeeën en maak ze duidelijk dat ze echt die vijftig jaar achterstand in ontwikkeling van gelijke behandeling van man en vrouw in ons land zullen moeten overbruggen. En dat ze daar geen vijftig jaar de tijd voor krijgen maar dat het gisteren al had moeten gebeuren.