Veel over de motie ‘Meer ruimte voor het middensegment’ van D66 is al gezegd. Bijna alles.
Maar nog niet over het hellend vlak waar we mede dankzij de motie nu op staan, namelijk het discours van volkshuisvesting als kostenpost, als last op de schouders van de gemeenschap.
Tikkie terug. Voor de niet-insiders in de Rotterdamse politiek is het eerst goed om te weten dat wethouder Kurvers van de VVD vóór de zomer het idee opperde de grondprijzen voor sociale huurwoningen (woningen met een huurgrens tot grosso modo €750) te verhogen, om zo meer in de pas te lopen met buurgemeenten. Daar is het namelijk stukken duurder. Met die hoge bouwkosten moet je natuurlijk besparen waar je kan. Dus kiezen de woningcorporaties voor Rotterdam. Dat wil Kurvers liever niet. Hij wil wél meer woningen, maar niet van het goedkope soort.
Toch was zijn voorstel aan de gemeenteraad bescheiden. Een verhoging van een kleine twintig procent. Voorstel aangenomen.
Nee, dan D66.
Die stelde voor geen toeslag van twintig procent toe te rekenen, maar de verdubbelaar in te zetten. Want Rotterdam moet volgens collega Robin de Roon een soort Schiedam aan de Maas worden, waar ze het dubbele rekenen voor de grondprijs voor sociale huurwoningen. Zoals ook in Capelle aan den IJssel, voor D66 lichtend voorbeeld in de regio. En de reden? Sociale huurwoningen staan het middensegment in de weg.
Dat schijnt zo te zitten. De gemeente begroot grondopbrengsten. Die moeten de kosten voor gebiedsontwikkeling dekken, om zo de exploitatie ‘sluitend’ te krijgen. Daarbij geldt dat een goedkope woning minder oplevert dan een duurdere woning. Goedkope woningen worden gecompenseerd met duurdere woningen.
Volgens D66 beconcurreert sociale woningbouw de bouw van woningen in het middensegment met een huur tot €1.000 of koopsom tot €325.000. Want te lage sociale grondprijzen worden nu gecompenseerd met woningen voor de upper class, en dat moet anders. Ergo: de grondprijzen moeten omhoog. Maar dat hóéft helemaal niet. Je hoeft sociale bouw niet duurder te maken voor de komst van middenwoningen. Het is een kwestie van prioriteit. Politiek is keuzes maken.
Want breekt de hel op aarde los als een grondexploitatie een keer eens niet sluitend is? Neen. Voor het oplossen van de wooncrisis is het spenderen van publiek geld meer dan geoorloofd. Volkshuisvesting mag best wat kosten. We moeten per slot van rekening ergens wonen.
En dan is er nog wat.
Grondprijsbeleid is geen natuurverschijnsel, we hebben bedacht dat we iets terug willen hebben voor het gebruik van de grond. Verwachte grondopbrengsten zijn daarom fictief. We kunnen morgen een nieuwe systematiek bedenken voor revenu in de gemeentekas. Wat zeg ik? Vandaag. Denk aan introductie van schalen in de OZB-belasting, tariefdifferentiatie in de afvalstoffenheffing of progressieve rioolheffing waar de grootste verbruikers (met zwembad in tuin) het meest betalen. Ik noem maar wat.
D66 kijkt niet verder dan haar neus lang is, helaas. Ze runt de gemeente als een bedrijf, met grondprijsbeleid als een bijbels gebod. ’t Moet saldoneutraal en sociale woningbouw mag ons niks kosten. Anders moet de Rotterdammer opdraaien voor de sociale huurder. Nou, weet dan dat zo’n zes op de tien Rotterdammers sociaal huurt en ook jaarlijks netjes de lokale heffingen voldoet. Deze groep de vrije sector injagen slaat een groter gat in hun portemonnee dan het gat in de grond.
Dit terwijl ik zeker weet dat Robin de Roon het goed heeft bedoeld, ondanks zijn Kurvers-op-steroïdenvoorstel. Een groeiende groep Rotterdammers verdient te veel voor sociaal, maar te weinig voor het gros van de woningen in de vrije sector. Ze vallen tussen wal en schip. Ik hoop van harte dat De Roon en de zijnen van D66 ook opkomen voor hen op de walkant.