Op de Kaap is enige onrust ontstaan, omdat een gemeenteraadslid van de PvdA vindt dat de Maashaven gedeeltelijk gedempt moet worden om woningbouw mogelijk te maken.
Die onrust is niet nodig, omdat het niet de taak van een gemeenteraadslid is om met zo’n voorstel te komen. Zijn/haar taak is het controleren van het gemeentebestuur en de ambtenaren die de uitvoerende taak van het college praktiseren. En daar zit hem nou net juist de kneep, want gemeenteraadsleden van de coalitie willen dat helemaal niet doen. Die kijken wel link uit. Kritiek op dit college kan de carrière ernstig in gevaar brengen. Carrière is voor een lid van een kartelpartij de belangrijkste reden om de politiek in te gaan.
We hebben nu een college waarbij vrijwel iedereen verzucht: het kind kan de was doen. Af en toe een speldje uitreiken, een hoogbejaarde toespreken en je rond laten rijden in een dure BMW.
Ook is het bekijken van de bankrekening na iedere betaaldag weer een feest. Het besturen van de stad laten ze gewoon over aan de partijgenoten in hoge ambtelijke posities die ze wel uit de brand helpen als de oppositie kritiek heeft.
De omgekeerde wereld, want wethouders zijn er ten eerste plaats om te kijken of ons belastinggeld verantwoord wordt uitgegeven. Om ambtenaren aan te sturen en te controleren en niet andersom. En die wethouders worden op hun beurt gecontroleerd door de gemeenteraadsleden. Het systeem is op dit moment dus feitelijk failliet. De controleurs zijn afhankelijk van de ambtenaren die ze moeten controleren en de ‘aanstuurders’ luisteren gedwee naar hun meestal fantasieloze uitvoerders.
Naast landelijke carrièreoverwegingen hebben raadsleden van de coalitiepartijen dus nog een reden om dit systeem in stand houden. In hun achterhoofd hebben ze altijd: morgen is het mijn beurt.
Dus we blijven bij het huidige stelsel, waarbij de macht in handen van amateurs ligt. Amateurs die niet gecontroleerd, maar gedoogd worden.
Waar blijft het zakencollege?
Stel dat een bedrijf met een omzet van bijna vier miljard een raad van bestuur heeft die niet uit deskundigen bestaat en die om de vier jaar gewisseld wordt? Dat is absoluut onvoorstelbaar en zal dus nimmer gebeuren. Bij ons concern Rotterdam is dat echter wel ‘t geval.
Daarom ook pleitte Fortuyn voor een ‘zakencollege’. Op financiën een accountant of econoom. Op onderwijs iemand met praktijkervaring in lesgeven. Voor de haven iemand die leiding heeft gegeven aan een havenbedrijf en veiligheid natuurlijk bij een oud politieagent(e). Zo kunnen alle door wethouders vervulde functies ingevuld worden door experts.
Het klinkt zo logisch dat je je afvraagt waarom het niet gebeurt, maar de reden lijkt ook duidelijk. Slechts 5% van de Nederlanders is lid van een politieke partij. Van die 5% gaat slechts 10% naar vergaderingen blijkt uit onderzoek. We worden dus bestuurd door 0,5% van de bevolking en die hebben hun plekje gevonden in de politiek, de ambtenarij, de media, het onderwijs of in de rechterlijke macht. Plekjes die ze niet kwijt willen raken; vandaar dat ze elkaar helpen* en elkaar de hand boven het hoofd houden: Het Kartel.
Kip met gouden eieren
Wijlen professor politicologie Hans Daudt – lid van de PvdA dus hij kende het systeem van binnenuit - ergerde zich enorm aan ons politieke stelsel en noemde het ondemocratisch omdat het besturen door een regentenkliek mogelijk maakt. Hij was dan ook erg blij met de komst van Fortuyn.
Maar de regenten bijten van zich af. Fortuyn werd het slachtoffer van bewuste demonisering en Wilders staat voor de rechter. De media laten voortdurend dezelfde riedel horen en iedere kritiek op hun systeem wordt als fascistisch of extreem rechts verketterd. Zoals rechtsfilosofe Eva Vlaardingerbroek tot haar verbijstering ook ondervond na haar speech op het congres van Forum voor Democratie.
Het politieke systeem, hoe krakkemikkig dan ook, zal helaas voorlopig dus wel zo blijven. De nieuwe elite zal de kip met de gouden eieren niet slachten.
* Op een zondag ik Twan Huys - voor veel geld mislukt bij RTL - een NPO-programma presenteren. Geruisloos teruggehaald door zijn vriendjes.