Liberalen moeten het niet zo hebben van de maakbare samenleving. Overheidsinterventies zijn een ultimum remedium. Daarvóór probeer je het eerst met convenanten, handreikingen of gedragscodes (comply or explain!). En met eigendomsrecht als gouden standaard.
Échte liberalen, haast ik mij te zeggen. Er is tegenwoordig een slag liberalen dat van haar geloof gevallen is. Dat zich aan maakbaarheidspolitiek laaft waar de door haar zo verfoeide linkse gekkies nog een puntje aan kunnen zuigen. Maar dat zeker niet verheffing van de massa betracht, integendeel. Je ontmoet ze in het Rotterdamse woonbeleid.
Alle registers worden opengetrokken om sociale stijgers voor de stad te behouden. Dat doen we hier met dure huizen waar eerst goedkope prut stond; zo zoetjes aan nu wel bekend. Herschepping van de werkelijkheid gaat eerst via de Wet voorkeursrecht gemeenten. Daar had je als mondaine stedeling vast nog niet van gehoord. Logisch ook, de Wvg is eigenlijk bedoeld voor omzetting van landbouwgrond naar woongebied en dus niet als breekijzer in
de stadswijken. Toch, het gebéúrt. De wet verplicht woningeigenaren om hun eigendom eerst aan de gemeente te verkopen, mochten ze willen verhuizen.
Gebruik van deze verplichting is de laatste jaren geëxplodeerd. Een simpele zoektocht op trefwoorden in gemeentelijke stukken laat bijna een vertienvoudiging zien sinds het huidige college van B&W aan de macht is.
Je kunt gewoon blijven wonen in je Wvg-woning. Misschien krijg je wel een ambtenaar op bezoek die lief vraagt of je wilt wieberen. Totdat ze het op het stadhuis zat zijn. Dan gaan ze een trede hoger en wordt de Onteigeningswet erbij gepakt. Bijvoorbeeld in de Tweede Carnissestraat of aan de Urkersingel, waar de woningen eerst van de mensen worden afgepakt en vervolgens gesloopt. We krijgen er brave burgerwoningen voor terug.
Nergens wordt de wereld zo gemaakt als in de zogenoemde focuswijken op Zuid, het hartland van de Rotterdamse Woonvisie. Een vitale stad heb noch krijg je, die máák je.
Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) leest in dat opzicht als een serie vijfjarenplannen. Het stelt niet alleen de sprong voorwaarts ten doel, maar schrijft ook voor hoe we er moeten komen. Over meer lesuren op basisscholen of AanDeBak-garanties voor jongeren in opleiding zijn we het vast snel eens. Interventies die deugen. De woonparagraaf van het programma is een ander verhaal. Herstructurering van wijken is hier het devies. De
marsroute ernaartoe zou niet misstaan in een Sovjetrepubliek.
De gemeente Rotterdam heeft deze jaren liefst €120 miljoen aan gemeenschapsgeld te besteden voor het opkopen van panden die volgens NPRZ-logica toe zijn aan vervanging. Die woningen zijn te goedkoop, te slecht onderhouden en ze huisvesten armoede. Zulke strategische verwervingen’ komen van bovenaf; de overheid beslist. Die ziet bijvoorbeeld enkel glas of afgebladderde verf, kijkt naar de WOZ-waarde in het kadaster en grasduint door de koopkrachtplaatjes van het Centraal Planbureau. Wat rondhangende jongeren op straat doen de rest. Wijken die rijp zijn voor sloop en nieuwbouw.
Die wijken gaan sinds kort door als moderniseringslocatie, de nieuwste loot aan de stam van actief grondbeleid. Een voorbode voor de illiberale maakbaarheidsagenda van, hoe ironisch, zelfverklaarde liberalen in de gemeenteraad. De VVD is vaandeldrager van onteigeningsbesluiten; D66 en GroenLinks doen vrolijk mee. En nog wat meer vrije geesten, zo op het oog. Maken ze gewoon.
Zelf ben ik wél voor de maakbare samenleving, voor de goede orde. Soms. Mijn overheid is precies groot genoeg. Groot als burgers het algemeen belang en masse omzeilen, best wel klein als de rechten van de man en vrouw op het spel staan. Zoals het recht om in je huisje te kunnen blijven wonen. Als de maakbarbaren eraan gaan tornen, is niemand vrijheidslievender dan ik.
Het is maakbaarheid van de verkeerde kant.
Folders
Maakbarbaren
11 December 2021, 11:52 uur
Columns