Wie gaat met wie? Welke partijen hebben elkaar uitgesloten? Is het nou wel of niet democratisch om Leefbaar Rotterdam als grootste partij van Rotterdam geen centrale rol te gunnen bij de coalitieonderhandelingen? Nee, roepen de Leefbaren! Want hiermee zouden hun kiezers uitgesloten worden. Ja, roepen andere partijen. Want PvdA, D66 en GroenLinks hebben samen 15 zetels, nog altijd 4 meer dan Leefbaar. Een troost voor kiezers die zich buitengesloten voelen: de poppetjes zijn belangrijker dan de partijen. Kortom, met welke wethouders komen partijen op de proppen die straks een coalitie vormen?
Op 21 maart 2018 hebben de Rotterdammers hun volksvertegenwoordigers gekozen: mede-Rotterdammers die de komende 4 jaar namens de stad het College van B&W in de gaten gaan houden, signalen uit de stad ophalen en waar nodig het stadsbestuur bijsturen. De macht van de gemeenteraad moet echter niet worden overschat. In theorie is de raad het hoogste orgaan. De gemeenteraad kan wethouders naar huis sturen, plannen afwijzen en voorstellen indienen. Als de raad in meerderheid iets besluit, kan het College van B&W er moeilijk om heen. Tot zover de theorie.
De praktijk is dat de macht vooral bij de burgemeester, wethouders en 10.000 ambtenaren ligt. Die zijn dagelijks met de materie bezig. Daar staan slechts 45 volksvertegenwoordigers tegenover die voor 20 uur per week zijn aangesteld om hun controlerende werk te verrichten. De meeste volksvertegenwoordigers hebben een baan of bedrijf, waar ze 3, 4 of 5 dagen werken. Het raadswerk doen ze erbij.
Met 45 parttimers is het ondoenlijk het controlerende werk in een stad als Rotterdam met een begroting van 3,5 miljard te doen. De meeste raadsleden kiezen dan ook de makkelijkste weg: ze volgen de partijlijn. En als hun partij in de coalitie zit, volgen ze de coalitielijn. En de coalitielijn? Dat is de lijn van het College van B&W, die van de burgemeester en wethouders dus.
“Is de wethouder akkoord”, is één van de meest gehoorde uitspraken als raadsleden van coalitiepartijen elkaars voorstellen bespreken. Een kiezer heeft dan misschien Leefbaar gestemd, maar hij krijgt gewoon een maaltijd van een D66-wethouder voorgeschoteld als die samen in een coalitie zitten. Raadsleden van Leefbaar en D66 waren in 2013 nog tegen een nieuw stadion met overheidsgeld. Maar toen er in 2017 een nog duurder stadion werd gepresenteerd, eveneens mét overheidsgeld, waren de partijen, enkele raadsleden uitgezonderd, opeens voor. Tja, hun eigen wethouders zaten nu op het dossier.
Veel belangrijker dan welke partijen straks een coalitie vormen, is dus welke poppetjes deze partijen naar voren schuiven als wethouder. Het meest dodelijk is als gekozen volksvertegenwoordigers zichzelf of elkaar naar voren schuiven. Het is goed beschouwd een vorm van kiezersbedrog. De zojuist gekozen volksvertegenwoordiger steekt zijn of haar middelvinger op naar de kiezer en wordt geen volksvertegenwoordiger, maar wethouder. Dát was de afspraak met de kiezer niet! Die hebben hem of haar gekozen als hun volksvertegenwoordiger.
Maar nog veel erger is dat het doorgaans niet de allersterkste bestuurders zijn en ze ook niet uitblinken in visie en verstand van zaken. Als volksvertegenwoordigers écht boven zichzelf willen uitstijgen of over hun eigen spreekwoordelijke schaduw willen stappen, dan rennen ze niet achter hun eigen baantje aan, maar parachuteren ze stevige vakwethouders. Jan Rotmans, door D66 en GroenLinks voorgedragen als wethouder duurzaamheid van Rotterdam. Waarom niet? Hajo Doorn, voormalig artistiek leider van WORM en stadsdramaturg van Theater Rotterdam, als wethouder stadscultuur. Het voorkomt dat iedereen slaafs achter elkaar aan rent, dat de middelmaat regeert en dat we toneelstukjes opvoeren in de categorie dat milieuzones écht bijdragen aan een schonere lucht.
Als er sterspelers worden gelanceerd, dan gaat de democratie pas écht leven. Dan vragen raadsleden niet aan elkaar of de wethouder akkoord is, maar kijken ze elkaar geschokt aan omdat de nieuwe wethouder duurzaamheid zojuist heeft voorgesteld de milieuzones af te schaffen en met een pakket échte maatregelen komt om het autoverkeer in de stad en daarmee de uitstoot terug te dringen. Eenmaal van de schrik bijgekomen, zitten volksvertegenwoordigers dan gelijk in hun controlerende rol omdat de stad dat dan van hun vraagt.
Het zijn dus niet de partijen, maar de poppetjes die de democratie doen leven. Partijen doen er daarom goed aan doen de volgende keer niet alleen een verkiezingsprogramma te schrijven, maar ook hun wethouderskandidaten alvast te presenteren. Dan valt er écht wat te kiezen.
Jos Verveen is ondernemer en was 8 jaar gemeenteraadslid in Rotterdam. Op dit moment is hij verbonden aan de a-politieke partij Stadsinitiatief Rotterdam. Voor meer informatie: www.stadsinitiatief-rotterdam.nl
Foto: Walter Kallenbach
Folders
Let niet op de partijen, maar op de poppetjes
7 April 2018, 20:13 uur
Columns