Mijn ouders probeerden mij vroeger vaak duidelijk te maken hoe zwaar ze het hadden in de Tweede Wereldoorlog. Daar wilde ik (van 1953) nooit veel van weten, het irriteerde me, maakte me bang. Vooral als ze me bevlogen vertelden hoe angstig die tijd was. Dat je niet wist of je ’s avonds iets te eten had. Of de volgende ochtend wel wakker werd. En dat de jeugd van tegenwoordig onvoldoende besefte dat je voor vrede en veiligheid moet vechten.
Mijn vader, onderscheiden soldaat en marinier, overleed in 2001. Mijn moeder (van 1931) is zich in gezelschap van Herr Alzheimer naar de eindstreep aan het worstelen. Dat is voor ons achterblijvers een onwezenlijke straf. Ze is er wel, maar ze is er niet. Als ik nieuwe kleding en schoenen kom brengen, kijkt ze zwijgend en met lege ogen door me heen. Geen idee wie ik ben.
Wat zou ik graag nog eens van haar willen horen hoe het voelde, zo midden in een oorlog. Want dat is waarin wij ons nu bevinden, de Derde Wereldoorlog. Corona heeft geen soldaten, Luftwaffe, concentratiekampen of krankzinnig opperhoofd. De vijand heeft überhaupt geen gezicht. Maar schiet wel 24/7 met scherp, bezit voor onbepaalde tijd ammunitie, maakt ontelbare slachtoffers en ontregelt het dagelijks leven volledig. En we hebben geen idee of de bezetting nog maanden duurt of dat we over drie dagen de vlag kunnen hijsen.
Zijn er lichtpunten? Jazeker, humor bijvoorbeeld. Het aantal komisch bedoelde uitingen op sociale media is groter dan het aantal patiënten dat aan de ziekte lijdt. Ook de vele complottheorieën werken op de lachspieren. Veel belangrijker: De miljarden euro’s die onze overheid uittrekt om werkgevers, werknemers en anderen financieel te ondersteunen. Petje af. Behalve natuurlijk voor Eric Wiebes. Voor zijn beschamende en beledigende opmerking over zzp’ers zou de minister van Economische Zaken een pak slaag moeten krijgen. Temeer daar hij nog steeds geen excuses heeft aangeboden. Eikel.
Het allerbelangrijkst: Er is spontaan emotionele cohesie ontstaan. Lodewijk Asscher, Jesse Klaver en al die andere argeloze dromers roepen het al jaren. Hun evangelie heet verbinden, er is niets dat zij liever willen. Ga dan solliciteren bij de EHBO, zou je zeggen. Maar dat zijn ze niet van plan en hoeft nu ook niet meer. Dankzij Corona zijn we opeens onbegrensd met elkaar verbonden.
Come Together zongen de Beatles in 1969. Together We’re Strong harmonieerden Mireille Mathieu en Patrick Duffy in 1983. We’re In This Together hoorden we van Simply Red in 1996. Er zullen binnenkort wel allerlei Corona-liedjes komen, het valt me nog mee dat Pierre Kartner, Marco Borsato en Dries Roelvink zich nog niet hebben gemeld. Hoe en wie dan ook, als ze naar een catchy songtekst zoeken, moeten ze zich laten inspireren door onze minister-president. Zeven en een half miljoen kijkers en luisteraars hingen aan zijn lippen. Zijn boodschap was helder geformuleerd en goed te begrijpen. Zweefde tussen hoop en vrees. En reflecteerde vooral leiderschap. Hij en het maakten veel indruk. Zelfs op mij, zijn grootste criticaster. Vooral zijn kippenvel en verbinding bevattende slotzin. Let Een Beetje Op Elkaar, Ik Reken Op U.