Roy Makaay kreeg in zijn periode bij Bayern München als bijnaam 'das Phantom'. Langer geleden werd Horst Hrubesch, de spits van Hamburgers SV en het Duitse elftal 'das Ungeheuer', ofwel het monster, genoemd. In het verlengde hiervan zou Lars Veldwijk, spits van Sparta, de bijnaam 'het mystery' niet misstaan.
In een matig functionerend elftal slaagde hij er tot dusver in zestien keer te scoren, bijna de helft van Sparta's totale productie (38 doelpunten), dat op zich al een prestatie mag worden genoemd.
Had hij over de specifieke kwaliteiten beschikt van Halil Dervisoglu - diens startsnelheid en technische vaardigheden - dan had Veldwijk bij Barcelona gelopen en niet bij Sparta.
Lars Veldwijk is een toonbeeld van kracht, maar is hij ook kopsterk? Bij hoge trappen van achteruit wint hij zelden of nooit een kopduel van zijn directe tegenstander en vaak legt hij mistroostig het moede hoofd in de schoot. Hoge voorzetten vanaf de zijkanten? Sporadisch slaagt hij er in die situatie in de bal te doeltreffend raken. Slechts uit corners van Thomas Verhaar, die indraaiend het hoofd van Lars Veldwijk vaak wèl bereiken, heeft hij menigmaal gescoord.
Desondanks is hij al aan zestien treffers gekomen in de eerste helft van de competitie en daarom komt hem behalve de bijnaam 'het mysterie' ook die van 'het fenomeen' toe. Want het zijn vaak onoverzichtelijke situaties, waaruit hij zijn productie realiseert.
Maar hoe vaak zou Halil Dervisoglu hebben gescoord op zijn positie?
Die vraag is niet te beantwoorden. Wel zeker is, dat er meer voetbal in de ploeg zou komen. Met zijn techniek, balvaardigheid, startsnelheid, zijn inzicht en techniek zou hij voor Sparta een beter aanspeelpunt kunnen vormen. Laat hem desnoods naast zijn schoenen gaan lopen, zoals de veelgehoorde kritiek op hem luidt. De lange bal van achteruit, die veelal niets oplevert, moet worden verbannen. Zo ook het eindeloze geschuif achterin en niet langer dat 'op hoop van zege-voetbal.' Sparta moet weer gaan voetballen, de samenhang moet terug, de zestien treffers van het 'fenomeen' of 'het mysterie' ten spijt.
Het oog wil immers ook wat.
Dat is de keuze, waarvoor trainer Henk Fraser in de tweede helft van de competitie - zondag te beginnen bij SC Cambuur - staat. De resultaten (halverwege op de derde plaats op de ranglijst) bieden geen garantie voor de toekomst, zoals dat heet. Maar die houvast zullen hem vast bewegen op de ingeslagen weg voort te gaan. Dat is het dilemma waarvoor vele trainers staan. Want het resultaat is heilig...