Stel dat je Nederland gezond wilt maken en je installeert als kabinet vijf ‘gezondheidstafels’ waarvoor je uitnodigt: Coca-Cola, McDonalds, Pizza Hut, Ahold, Jumbo, Foodwatch, de Consumentenbond, Ekoplaza, en het Verbond van Snackbarhouders.
Wat denkt u?
Lukt het om tot een succesvol transitieproces te komen?
Nee, natuurlijk niet, aldus Ebel Kemeling in het FD. Op voedingsgebied zou niemand dit in zijn hoofd halen, maar bij energie doen we het gek genoeg wel.
Het kabinet heeft 5 tafels ingericht (voor industrie, elektriciteit, gebouwde omgeving, mobiliteit en landbouw), waarbij zo’n beetje alle belanghebbenden aan tafel zitten: bedrijven, vakbonden, milieuorganisaties, werkgeversorganisaties, brancheclubs, koepelorganisaties en overheden, in totaal meer dan 130 verschillende partijen. Met deze ultieme polderaanpak moeten zij een plan uitwerken hoe de klimaatdoelen van 2030 (49% minder CO2-uitstoot) en 2050 (95% minder CO2-uitstoot).
Vanuit een transitieperspectief is dit tamelijk bizar: je nodigt partijen uit die het huidige, fossiele energiesysteem in stand willen houden, en zet die samen aan één tafel met partijen die dit systeem willen afbreken en een nieuw, schoon energiesysteem willen opbouwen. Dat kan natuurlijk niet tot een doorbraak leiden, terwijl de energietransitie wel in een doorbraakfase is beland.
Het voorlopige klimaatakkoord is dan ook uiterst teleurstellend: een zouteloos compromis, typisch polderproduct, waarin de transitiepijn weer vooruit wordt geschoven. Op sommige terreinen is vooruitgang geboekt (zoals bij de gebouwde omgeving, waar in elk geval een soort routekaart is ontwikkeld, al is die nog lang niet concreet genoeg), maar bij industrie, landbouw en verkeer is nog nauwelijks voortgang geboekt.
De echte hete hangijzers worden niet aangepakt, zoals de inkrimping van de veestapel, verduurzaming van industrie, en terugdringing van automobiliteit. Volstrekt onduidelijk blijft wie welke acties gaat ondernemen, en wie wat gaat betalen (liever gezegd wie waarin gaat investeren). En dat, terwijl we als één-na-slechtst presenterende land in Europa (nr. 27 van 28 EU-landen) een enorme achterstand hebben in te lopen op het gebied van duurzame energie.
Hoe zou het dan wel kunnen lukken?
Stop nou eens met polderen, en kies voor een ander participatiemodel.
Vorm een ‘coalition of the willing’, een kleinere groep van bedrijven en organisaties die wel willen doorpakken, en ook durven te investeren. Dus geen brancheclubs en koepels meer aan tafel, maar individuele partijen die hun verantwoordelijkheid durven nemen. Begin dus met een smal en diep draagvlak, in plaats van een breed draagvlak, waarbij het transitietempo wordt bepaald door de snelsten en niet door de traagsten.
Maak met deze welwillende partijen keiharde, bindende afspraken over wie wat gaat doen en waarin gaat investeren. Zo kan een vliegwiel op gang komen, waardoor het voor steeds meer partijen aantrekkelijk wordt om mee te doen.
Maak het proces vooral regionaal, want de uitvoering komt in handen van de regio’s en daarbinnen de gemeenten: elke regio en elke gemeente ontwikkelt een eigen routekaart.
Ontwikkel 5 landelijke transitieversnellers, fiscale, juridische en financiële sleutels (zoals aanloopsubsidies, aantrekkelijke leningen, hypotheken, etc.) die de regionale transities kunnen versnellen.
En leer vooral van elkaar, door kennis te delen binnen en tussen regio’s en gemeenten kan de energietransitie fors worden versneld. En verdeel de pijn redelijk, want de energietransitie gaat ca. 150 miljard euro kosten de komende 25 jaar, maar levert heel veel banen, innovatie en een nieuwe economische structuur op.
Het grootste deel van deze investeringen dienen bedrijven op te hoesten, maar ook burgers zullen fors in de buidel moeten tasten, waarbij de sterkste schouders (hoogste inkomens) de zwaarste lasten zullen moeten dragen.
Als dan na pakweg 3-5 jaar bedrijven en andere partijen nog steeds niet mee willen doen, deins dan niet terug voor dwingende maatregelen; en houd de rug recht bij de heftige weerstand die dan gaat ontstaan. Want transities gaan nu eenmaal gepaard met heftige weerstand, en hoe langer we die uit de weg gaan, hoe groter de schade en hoe hoger de kosten (investeringen) zullen oplopen.
Kortom, laten we over onze eigen polderschaduw heenstappen. De energietransitie is immers onvermijdelijk.
Folders
Jan Rotmans: Stop nou eens met dat polderen!
10 July 2018, 12:54 uur
Columns