GroenLinks is mijn favoriete politieke partij in Rotterdam omdat het desnoods bereid is mee te subsidiëren aan Turkse weekendscholen mits daar verteld wordt over de natuurzuivere betekenis van bomen in een drukke wereldstad.
Wel een ongemakkelijke waarheid voor GroenLinks dat ik mezelf heb voorgenomen om tot aan de gemeenteverkiezingen zuigend hun killing fields in de Vijverhofstraat in herinnering te roepen. Die gluiperigheid van kortstondig anoniem verraad, maar dan vervolgens drie weken later volop voor andere bomen in Rotterdam luidkeels op de barricade. Getverdemme. D66 ook. Eén pot nat.
Er was een dag dit jaar dat buitenruimtewethouder Bert Wijbenga werd wijs gemaakt dat een roedel 60 jaar oude bomen in de Vijverhofstraat moest worden gekapt in ruil voor een paar nieuwe riooltjes. Het was de dag van het bewijs hoe de misdaad in een onwerkelijke coalitie wordt beloond. Bovendien was het gelogen.
En niet één hitsige knecht van milieuwethouder Bonte die protesteerde. Jeroen Postma zat die dag als landskampioen baantjesjager te solliciteren naar Den Haag, terwijl Jimmy Smet het te druk had met z’n eigen atlasjes en eigen festivals.
Elke keer daarna als tijdens digitale vergaderingen fractievoorzitter Lies Roest werd opgeroepen en de motoren bij de hostingpartij op knokploegtoeren draaiden om haar in beeld te krijgen, hoopte ik dat ze de bewoners van de Agniesebuurt alsnog vergiffenis zou vragen.
Nou, vergeet ‘t.
Die lieve wethouder Wijbenga, die werkelijk geen kip kwaad doet, die Aboutaleb Ahmed mag noemen, die hem in elk speech ook heel erg lief vindt, verder z’n stinkende best doet om Rotterdam relaxt te houden, maar met een knijper op z’n neus zijn eigen afvalcontainers passeert, afijn, die aardige Oom Bert zat op z’n kamer digitaal het verhaal over die ouwe bomen voor te lezen zonder te beseffen dat er ook zwaar afgestuurde bomenexperts bestaan of mensen zoals ik die die bomen als stammetjes hebben zien komen en na één keer ruiken weten of ze ziek zijn of niet. Daar moet je een tijdje voor op het platteland hebben gewoond.
Dat zo'n stadsman dat zomaar voorleest. Daar moet ik dan wel weer om lachen. Dat dat kan. En dat het gepikt wordt.
Oom Bert had bomen om zeep geholpen die nog honderd jaar hadden kunnen doorgroeien. En geen één uit het groen, groen, knollen, knollenland van Jimmy Smet die een vuist had uitgestoken. Maar wel op de gefilmde partijbijeenkomsten van GroenLinks pal achter de billetjes van Jesse Klaver plaats nemen om een maximaal uitzicht te hebben op z’n gluteus maximus, z’n gluteus medius en z’n gluteus minimus, maar als het erop aankomt geen spat belangstelling te hebben voor de gluteus maxima van de Vijverhofbomen.
Ik maak me sterk dat de Jimmys, die alleen maar geïnteresseerd zijn in half naakte festivals die ze nu erg missen en waarvoor ze uit eigen belang geld vragen, in de hoop op een geil vooruitzicht, dat ze niet eens weten waar de Vijverhofstraat is.
Ben je boos, Swart? Ja.