Voor me ligt de herziene uitgave van het boek van Pim Fortuyn met de titel: De islamisering van onze cultuur, geschreven in 1997. Het deprimerende nieuws van de laatste maanden heeft me ertoe gebracht het weer uit de boekenkast te halen. Een bijna profetisch in goed leesbaar Nederlands geschreven werk. Op het schutblad staat “Het woord als wapen” en Pim zit op een stoel tegenover een imam. Geschreven acht jaar na “Die Wende” en zes jaar na de onttakeling van de Sovjet Unie.
Dat er een einde was gekomen aan het Oostblok en daarmee aan de Koude Oorlog zonder dat het echt tot een directe gewapende confrontatie tussen de grootste blokken kwam, verheugde velen onder wie Pim. Hij pleitte nu voor een Koude Oorlog tegen de zich steeds nadrukkelijker manifesterende Islam, waarin hij een groeiende dreiging voor de Westerse cultuur zag (vier jaar voor 9-11-2001)
De Koude oorlog tegen het communisme was door de Westerse wereld gewonnen door rede en logica. In het Oostblok was bij de bevolking langzaam maar zeker het besef doorgedrongen, dat hun machtshebbers de wereld anders schetsten dan hij er in werkelijkheid uitzag. De televisie, die globale verspreiding had gekregen, speelde daarbij een doorslaggevende rol. Via het scherm zagen Oostblokkers hoe hoog de levensstandaard in die verfoeilijke kapitalistische landen was; ze zagen waartoe democratie in de praktijk geleid had. Tevens beseften ze, dat hun machtshebbers er alle belang bij hadden hen jarenlang voor te liegen en vrij reizen te verbieden.
De “Koude oorlog” tegen de oprukkende islam en het voorkomen van de islamisering van onze hoogstaande cultuur moest dus volgens Pim worden uitgevochten met de winnende wapens van de vorige “Koude oorlog”: redelijkheid, logica en het vrije woord.
Via de in het Westen levende moslims zou de rest van de islamitische wereld wel overtuigd raken van de superioriteit van onze cultuur, die gelijkheid, welvaart, sociale voorzieningen, vrijheid en grote wetenschappelijke vooruitgang kan bewerkstelligen. De binnen onze samenleving levende en opgroeiende moslims zouden als ambassadeurs van onze cultuur de islamitische wereld op vreedzame wijze overtuigen om hun standpunten over vrouwen, andersdenkenden etc. te veranderen en om onze culturele verworvenheden over te nemen
Reactie islamisten
Dat we in het Westen een beter leven leiden dan in het gros van de islamitische wereld is ook voor de heersende klasse binnen die islamitische wereld duidelijk. Hen is er dan ook alles aangelegen om de “wapens “van het Westen zoals vrijheid van meningsuiting, gelijkwaardigheid van alle mensen en dergelijke te ondermijnen.
Zelfs de universele rechten van de mens worden niet erkend (Caïro verklaring) Om die ideologische c.q. religieuze strijd tegen onze cultuur te winnen, moeten de in het Westen wonende islamieten tot gehoorzaamheid worden gedwongen. Al in de vorige eeuw werden gezagsgetrouwe imams naar Europa gestuurd en moskeeën met oliegeld opgericht.
In moskeeën geldt de regel: “Wiens brood men eet, wiens woord men spreekt.” Tegenwoordig worden door de voetknechten van het islamitische oliekapitaal ook scholen opgezet om vooral te voorkomen dat in de toekomst redelijk gedacht gaat worden. Daarnaast zijn rede en logica moeilijk te hanteren wapens tegen een wereld waarbinnen men voetstoots aanneemt dat het Opperwezen een engel heeft gestuurd om zijn onherroepelijke boodschap in het Arabisch aan een ongeletterde karavaandrijver te dicteren.
Linkse elite
Zijn de communistisch adepten van het Oostblok in ons land na de omwenteling van 1989 geruisloos en stilzwijgend opgegaan in een bestaande linkse elite. De voormannen van de islamitische wereld manifesteren zich duidelijk en open. Gebruikmakend van alle Westerse verworvenheden eisen ze beperking van de vrijheid van meningsuiting voor andersdenkenden, dreigen met geweld, negeren wandaden en indoctrineren hele generaties.
Zou het toeval zijn dat ze daarbij in ons land gesteund en geholpen worden door mensen die in de jaren negentig van de vorige eeuw de Koude oorlog verloren hebben?