Op de plek waar 750 jaar geleden Rotterdam ontstond verrijst over twee jaar ‘Rotta Nova’, een 70 meter hoge woontoren met winkels en horeca in de plint. Het mag bekend zijn: we moeten bouwen, bouwen, bouwen om Rotterdam dé stad voor iedereen te laten zijn en blijven. Jaren geleden (tegelijkertijd met de iconische maar kwakkelende markthal) had het gebouw er eigenlijk al moeten komen, maar nu is het dan eindelijk zover en kunnen de handen uit de mouwen. Hoe Rotterdams wil je het hebben?
Wat ook heel Rotterdams is, is de markt op de Binnenrotte. Daar zie en spreek je de échte Rotterdammer. Dus wil je nieuwe ideeën testen, dan kun je hier het beste even peilen en krijg je onherroepelijk onversneden en recht voor z’n raap je antwoorden. En die markt staat óók op die historische plek, waar de geboortepapieren van onze stad liggen.
Een metropolitane woontoren bouwen en aardappelen, groenten en vlees aan de man brengen op één plek. Dat zorgt voor uitdagingen, dat snapt iedereen.
Maar wat ik niet snap is de communicatie van de gemeente aan de marktkooplui.
Ja het is ruim op tijd, maar in de eerste brief van de gemeente staat direct al dat een deel van de markt geruime tijd plaats moet maken voor de bouwlocatie. Tuurlijk, er zal overlast zijn en ja, misschien moet je ook creatief omgaan met de ruimte die er ingenomen wordt. Maar hoe haal je het in je hoofd om dit bericht als een voldongen feit uit de lucht te laten vallen op de marktkramen? Terecht wordt door de wethouder ter verdediging gewezen op de tijdigheid van de communicatie, maar het is de toon die de muziek maakt. Het is kennelijk al een feit dat een deel van de markt moet wijken, terwijl daar geen overleg aan vooraf is gegaan.
Het is niet voor het eerst dat de gemeente - door een gebrek aan effectieve communicatie - een hoop verontwaardiging en kritiek over zich heen krijgt. We hebben op diezelfde markt de verplaatsing voor het ‘Eurovision Songfestival Village’ nog vers in het geheugen. En ook bij de verkeersexperimenten, onderdeel van de Rotterdamse MobiliteitsAanpak (RMA), gaat het niet al te soepel.
Nog even over die RMA: deze aanpak moet van Rotterdam een veiligere, schonere en dus prettigere stad maken en daarom wordt er geëxperimenteerd met verkeersaanpassingen om Rotterdammers te verleiden de (binnen)stad niet onnodig te trakteren op je Heilige Koe. En het is vooral ook bedoeld om burgers en buitenlui die Rotterdam met hun auto doorkruisen op de ring te krijgen in plaats van op de Coolsingel. Top ambitie, maar het vereist wel uithoudingsvermogen en een rechte rug om de tijd door te komen van verontwaardiging en woede van autogebruikers die vaststaan en omwonenden die je niet uitgelegd krijgt dat vaststaande auto’s goed zijn voor de luchtkwaliteit.
Maar wat het, naast een rechte rug, naar mijn bescheiden mening vooral vraagt is … communicatie.
Vooraf, tijdens en achteraf moet je als gemeente communiceren tot je erbij neervalt. Leg mensen uit wat je doet en waarom je dat doet. Biedt een luisterend oor voor mensen die hun frustratie willen uiten. Geef mensen antwoord op de vragen die ze stellen.
Ik heb zelf jarenlang in het ambtelijk apparaat van Rotterdam gewerkt en ik wil zeker niet de indruk wekken dat de gemeente deze matige communicatie moedwillig in stand houdt of dat er met één druk op de knop een batterij communicatiemedewerkers aan het werk gezet kan worden, want dat kost ook geld. Maar mijn hartenkreet is: heb er veel en veel meer aandacht voor!
Mooi beleid is pas mooi beleid als het ook draagvlak krijgt en houdt. Goed beleid is pas goed beleid als het een verandering ten goede teweeg brengt. En een pad van verandering gaat zelden over rozenblaadjes, de doornen zitten altijd nog volop aan de rozen.
En weet u, die doornen vallen meestal net zo mee als de rauwe en rechtstreekse reacties die je op de Rotterdamse markt krijgt. Daar zit vaak een groot hart achter, een hart dat klopt voor Rotterdam. Daar moet onze aandacht naar toe. Rotterdammers verdienen niet minder.