door Jerry van Dorp
Rotterdam is mijn stad. Ik ben geboren in de wijk Bloemhof, een wijk met weinig perspectief. Ons stadsbestuur zou mij typeren als ‘kwetsbaar’, een geuzennaam die ik beledigend vind voor iedere Rotterdammer met een bak aan mogelijkheden voor de boeg, zolang de intrinsieke wil er is. En ja, ik heb het ook over de 80% uit mijn buurt die geen van Dorp heet, maar een exotische achternaam heeft.
Recentelijk is de begroting van het Rotterdamse Stadsbestuur gepubliceerd. Er wordt anticyclisch geïnvesteerd, zoals verwacht. Daar is op zich geen probleem mee, maar zoals zo vaak zijn de keuzes van het anticyclisme het probleem. We gaan 202 miljoen euro uit de zuurverdiende Eneco-gelden scheppen om onder andere windturbines en zonneweides te plaatsen. Joost (en niet Eerdmans) mag het weten hoe lang deze gedrochten meegaan en wat het oplevert voor onze stad. Daarnaast is het maar net de vraag in hoeverre zij schade aan de gezondheid opleveren voor onze Rotterdammers die in de nabije omgeving wonen. Die zorgen nemen halsoverkop steeds meer toe en ik deel deze.
Dan heb ik het nog niet eens over hetgeen wat mij het meeste zorgen baart. Nederland in zijn geheel komt alleen al ruim 300.000 woningen tekort in 2020. Jongeren maken zich door de Coronacrisis druk om hun opleiding en baanperspectief maar zij tasten driemaal in het duister vanwege het grote tekort aan betaalbare woningen. En dit probleem is structureler van aard.
Eind 2017, begin 2018, kwam de Rotterdamse VVD met een woningbouwverhaal: de VVD zou 40.000 (!) woningen bouwen. Vincent Karremans zou het op een Messiaanse wijze gaan oplossen: geen geouwehoer, maar bouwen, bouwen, bouwen! In geouwehoer kun je immers niet wonen, zo zei de kersverse VVD-lijsttrekker destijds. Ik vond het een aansprekend verhaal.
Wat blijkt: de beloftes zijn verkiezingsgebral. 40.000 woningen werden 18.000 woningen in een coalitieakkoord met partijen die zich niet druk maken om het meest fundamentele probleem voor Rotterdamse jongeren. De realiteit: zelfs die 18.000 woningen kan de VVD – ondanks een VVD-wethouder bouwen – niet halen. De woorden zijn geen daden. Waar de VVD voor 2018 coalitie- en bouwpartij Leefbaar Rotterdam verwijten gaf over het gerealiseerde aantal woningen, haalt de VVD het aantal van Leefbaar Rotterdam met tien tot twintig procent niet.
Ik zou het Rotterdamse Stadsbestuur oproepen om écht haar prioriteiten op een rijtje te zetten. Dit college reserveert slechts veertig miljoen euro Eneco-geld voor een ‘woningbouwimpuls’, terwijl vijf keer zoveel geld opzij wordt gezet voor de energietransitie – zaken waar geen enkele jonge Rotterdammer perspectief uit haalt. Ook een peiling in Den Haag – een stad met een vergelijkbare bevolkingsopbouw, stemgedrag en mentaliteit – laat dit zien. Tweederde van de Hagenezen vinden veiligheid en betaalbaar wonen de meest belangrijke thema’s. Klimaat en duurzaamheid komen qua urgentie bij lange na niet in de buurt.
Het is tijd dat de jonge Rotterdammer haar geluid laat horen en opkomt voor het échte probleem: bouwen, bouwen, bouwen! Van links tot rechts, we kunnen allemaal niet ontkennen dat het tekort aan huizen hét probleem is voor jonge Rotterdammers. Het is mogelijk om duizenden jongeren te mobiliseren voor het klimaat, maar waarom niet voor het bouwen van woningen voor ONZE toekomst? Als jongeren wakker liggen van zo’n complex thema als klimaat, waarom dan niet van zo’n concreet en tastbaar probleem als huisvesting? In Groningen moeten studenten aan het begin van het studiejaar slapen in tentenkampen, simpelweg omdat er geen huisvesting voorhanden is. Zo’n sociale ramp moeten wij als stad van het (wederop)bouwen toch niet willen?
Even geen diversiteit, klimaatgedram óf andere zaken bovenaan de politieke agenda. Echte kansengelijkheid ontstaat door het bouwen van woningen voor de jonge Rotterdammers. Het zou fantastisch zijn om zowel linkse als rechtse jongeren te verenigen in hét probleem wat ons allemaal raakt zodat deze steeds groter wordende ramp bovenaan de politiek/bestuurlijke agenda komt.