Omdat ik een hoofdstuk over kunst in het jubileumboek “250 jaar Hofje van Leerdam” ga schrijven verdiep ik me in Nederlandse schilderkunst uit de 17e (GOUDEN!) eeuw.
De collectie van het Hofje bevat een schitterend ingetogen stilleven van Pieter Claesz (1597-1661): een wereldberoemde Nederlandse schilder in dat genre.
Op het internet vond ik al snel veel gegevens over Claesz. Ook enkele video’s sloeg ik niet over en toen gebeurde het. Een professor aan de universiteit van Portland (Oregon) legde uit hoe geweldig de techniek van de schilder was. Om die techniek te demonstreren schilderde hij extra moeilijk stukken, zoals een half geschilde citroen en een Chinees porseleinen bord, dat licht weerspiegelt. Toen kwam de waarschuwing! Wij kolonialistische Nederlanders hadden dat bord en die citroen geïmporteerd en daarbij hoogst waarschijnlijk gebruik gemaakt van slavenarbeid. Je verzint het niet! Daarop werd een foto! (19e eeuw dus) met uitgemergelde slaven getoond, die duidelijk niet uit China (porselein) of Italië en Spanje (citroen) kwamen.
Zoiets brengt me eerst tot razernij en na het spreekwoordelijke “tien tellen wachten van Pietje Bel” tot moedeloosheid. Historici, die het verleden geweld aandoen om zo woke en correct mogelijk over te komen.
Nederland is niet het land van Rembrandt, Claesz, Spinoza, Hugo de Groot, Van Leeuwenhoek, Boerhave etc. maar van slavenhalers! Argeloze lezers c.q. gebruikers dienen gewaarschuwd te worden.
Dus voortaan bij ieder bezoek aan een Duitse supermarkt toch maar weer even refereren aan twee wereldoorlogen.
Voor een muziekstuk van Grieg even terugblikken naar de plunderende Vikingen.
Op een pak gepasteuriseerde melk vermelden dat Frankrijk een imperialistische staat was en zo Pasteur aan het werk kon houden.
Bij het gebruik van antibiotica de patiënt influisteren dat de ontdekker de Schot Alexader Flemming zijn salaris verdiende in een land waar vele koloniale huursoldaten vandaan kwamen.
Op de markt bij de sinaasappelen de Spaanse wandaden tegen vredelievende moslims (reconquista) op een bordje vermelden en vrouwen met hoofddoek korting geven.
Uitleggen dat de Nederlandse Nobelprijswinnaar dr. Eijkman Beriberi overwon om de soldaten in voormalig Nederlands Indië te genezen, zodat die door konden gaan met onderdrukken.
Bij het “Meisje met parel” van Vermeer vermelden dat die parel uit ons koloniale rijk kwam en dus door onderbetaalde Indonesiërs werd opgedoken.
De Nederlandse historicus Jan Romein (1893-1962) marxist en groot bewonderaar van onze beroemde voorvaderen, die hij erflaters der beschaving noemde, zei het al: “Cleio, de muze van de geschiedenis, is een hoer. Ze kan naar believen gebruikt worden”
Dat deze uitspraak ooit van toepassing zou zijn op het besmeuren van de nagedachtenis van de door hem zo bewonderde voorouders zal hij nooit hebben kunnen bevroeden.
Ik krijg er genoeg van, maar hij zou met stomheid geslagen zijn.