Bart Vriends van Sparta was zondag ineens nationaal doelwit van deugmannen, mannen die dansles hebben, mannen met een mandje op hun fiets, mannen zoals Kenneth Perez.
Volkomen flabbergasted toen ik maandagavond hoorde dat Vriends ook mikpunt was bij de stoerdere mannen aan de tafel van Genee. Zelfs Johan Derksen vond het gestrekte been van Vriends tegen alle voorschriften in. Gelukkig heb ik hem zelf nog zien voetballen, dus werd het dinsdagmorgen toen ik pas uitgelachen was.
Bart Vriends maakte tijdens PEC-Sparta een tackle waarover men zich veertig jaar geleden zou hebben uitgelaten in maximale termen van: nou, nou. Meer niet. Ik zag die tackle, ik zag de herhaling, en ik wist terstond: die heb ik in de middeleeuwen bij Sparta vaker gezien. Alleen toen bestond op tv de slow motion nog niet.
Rinus Terlouw, Hans de Koning, Bep Zaal, Hans Bentzon, Theo Laseroms en wie de geschiedenis héél leuk vindt, wat dacht je van Koos van Velzen? Hij werd bij Sparta Eichmann genoemd.
In bouwkundige defensies is beton een duurzaam bindmiddel. De Romeinen gebruikten het al bij de bouw van kademuren, bruggen en aquaducten. Vriends is er uit samengesteld. Daarom ga ik naar Sparta. Er staat een vent. Er staat een ouderwetse bootwerker waarover ik me niet zou verbazen wanneer ik hoor dat hij aan de haven woont.
Vriends roept herinneringen op aan John de Wolf en Henk Fraser, die als Sparta-verdedigers lichtvoetige prooien uitkozen en ermee speelden. Later vonden ze elkaar terug in het centrum in de Kuip, omdat het legioen de triomf van het beursgenoteerde duo Rinus Israël-Theo Laseroms nooit was vergeten.
Wat een gezeik zeg over een tackle. Ja, het was een ruwe. En ja, er lag een beenbreukje op de loer. Ook bij Bart zelf. Maar om nou zo massaal Stichting Korrelatie te bellen, vond ik wat overdreven. Er is tegenwoordig in de voetballerij wel erg veel mutserig wildgroei in het kader van het mannenfatsoen.