Uit onvrede over de afname van de sociale woningvoorraad weigeren de huurdersorganisaties van de vier grote woningcorporaties in Rotterdam om de prestatieafspraken voor 2022 te ondertekenen.
Over die afspraken is de afgelopen zes maanden, achter gesloten deuren, onderhandeld. Aan tafel zaten wethouder Bas Kurvers, de corporatiedirecteuren en bestuursleden van de huurdersorganisaties.
Kurvers en de corporaties zijn tot afspraken gekomen. Worden binnenkort gepubliceerd.
Maar de huurdersorganisaties van Woonstad, Havensteder, Woonbron en Vestia keuren deze af. “De belangrijkste reden om niet te tekenen is dat de gemeente blijft inzetten op het doen verminderen van de sociale woningvoorraad”, staat in een gezamenlijke verklaring.
Mooi verhaal. Maar wat stelt zo’n protest voor als men niet naar de geschillencommissie woningcorporaties stapt om die afname een halt toe te roepen? Je kan als officieel erkende belangenbehartiger van huurders wel een pruillip opzetten en boe roepen. Maar dat heeft weinig zin, als je het daarbij laat zitten.
Met hun protest hopen de huurdersorganisaties natuurlijk invloed te kunnen uitoefenen op de raadsverkiezingen van 16 maart. Het is ze van harte gegund.
Maar het is wel jammer dat diezelfde huurdersorganisaties de afgelopen jaren - vrijwel altijd - zonder morren hun handtekeningen zetten onder prestatieafspraken, die net zo goed aanstuurden ‘op het doen verminderen van de sociale woningvoorraad’. Dat proces van het mes in de sociale voorraad is immers al jaren gaande.
Dat het pas nu leidt tot huurdersprotest is niettemin oké. Maar wat te doen als dat protest nergens toe leidt? Of als het erger wordt? Ga je dan een volgende keer weer aan tafel zitten met de bouwwethouder en met weer precies dezelfde corporatiedirecteuren?
Lijkt me een weinig zinvol tijdverdrijf.