Afgelopen maandag zijn we allemaal woest geworden door het bericht dat een aantal van onze dappere BOA’s zijn aangevallen door een groep mannen op Zuid. Ik wens ze allereerst een spoedig herstel, zowel fysiek als mentaal. Zo’n ervaring gaat je niet in de koude kleren zitten. Mijn eerste vraag aan het College is dan ook: op welke manier worden zij bij het herstel ondersteund?
Social distancing gaat nog heel lang nodig zijn. Nog zeker maanden. Dat zijn maanden waarin het lekker weer wordt. Maanden waarin heel veel mensen tegen hun wens in niet op vakantie zullen kunnen, en in Nederland zullen moeten blijven. Mensen zullen naar buiten willen. Ze zullen het water opzoeken. En daar zal het druk worden. Ik breng de vele incidenten in herinnering die vorig jaar, tijdens een normale zomer, al bij strandjes en zwembaden hebben plaatsgevonden. Er zullen de komende maanden heel erg veel situaties ontstaan waarin BOA’s en de politie moeten optreden.
Dat kan alleen als iedereen, tot het laatste groepje “jongeren” aan toe, snapt dat er maar één optie is, en dat is gehoorzamen. Als dat niet gebeurt zullen er incidenten blijven komen, omdat jongemannen weten dat zodra ze zich dreigend opstellen, de handhavers zich terugtrekken. Daarmee is hun gezag op straat verdwenen.
Onze BOA’s kunnen hun werk alleen doen als ze dat met voldoende gezag kunnen doen, als ze zich daarbij voldoende ondersteund voelen, en als ze daartoe voldoende uitgerust zijn.
De opmerkingen daarover van de burgemeester zijn bij ons dus ook totaal in het verkeerde keelgat geschoten. Het zijn geen toezichthouders, burgemeester, maar handhavers. Zij hebben niet de taak zich terug te trekken, maar juist een stap naar voren te zetten. Voor handhavers die het hoorden had die opmerking de strekking ‘jammer joh’, en dat kan echt niet.
Het is opnieuw een fout dat hij niet bij dit debat is om zich voor die opmerking te verantwoorden. Het is een compleet verkeerd signaal en hij zou die opmerking moeten terugnemen. Ik vraag de wethouder dat met klem aan de burgemeester over te brengen.
Maar ik wil ook nu van het College weten, vraag twee: onderkent zij de broosheid van het gezag op straat, en het belang daarvan juist nu, in deze uitzonderlijke tijd? Wat is het plan van het College om het gezag van deze overheidsdienaren juist nu te handhaven?
Drie: wat is er toch op tegen om de handhavers een middel te geven zichzelf in een noodsituatie te verdedigen? Alle argumenten die ik ertegen heb gelezen zijn kul. Zelfs in pacifistische bolwerken als Amsterdam en Nijmegen zijn handhavers uitgerust met de korte wapenstok en pepperspray. Ik doe met klem een beroep op het College om de komende dagen haar standpunt te heroverwegen en ik wijs erop dat dit geen exclusieve burgemeestersbevoegdheid betreft, maar een Collegebevoegdheid.
Vier: als het College stelt dat BOA’s nu voldoende zijn uitgerust, hoe moeten zij zich dan verweren in een situatie zoals afgelopen zondag? Welke zelfverdedigingsmogelijkheden hebben ze?
Vijf: wat is de reactietijd als BOA’s op de noodknop drukken om politie in te schakelen? Kan die worden teruggebracht? Heeft zo’n noodsignaal altijd de hoogste prioriteit?
En ten slotte is het hoogtijd dat de wet wordt aangenomen om de strafmaat voor hulpverleners te verzwaren. Twee weken zitten en een boete van 125 euro, dat is echt lachwekkend, als het niet om te janken was. Mijn fractie lobby’t ervoor om die wet met spoed door de Kamers te laten goedkeuren, en ik roep alle andere fracties en het College op om dat ook te doen.