Het is een grote puinhoop bij Feyenoord. Het wordt hoog tijd dat de club voor eens en altijd schoon schip maakt. Alleen een sterke leider kan het zinkende schip nog redden. De chaos is momenteel zo omvangrijk, dat de toekomst serieus in gevaar komt.
In feite is de ellende bij Feyenoord begonnen in 1975. De jaren ‘60 en de eerste helft van de jaren ‘70 waren succesvol. Maar na het winnen van de UEFA-Cup in 1974 ging het mis. Daarna kende de club nog een enkele opleving, maar vooral ook heel veel crises. Terwijl PSV in Nederland en Europa begon aan een onstuitbare opmars, zakte Feyenoord steeds verder weg. Het is onvoorstelbaar dat een regionale club als PSV, met een kleiner stadion en een kleinere achterban, in de afgelopen 45 jaar zo oneindig veel meer successen heeft behaald dan Feyenoord, met zijn grote landelijke uitstraling. Dit duidt op chronisch wanbeleid.
Nadat in 2006 Jorien van den Herik bij Feyenoord vertrok, is de ellende alleen maar groter geworden. De structuur werd veranderd, het aantal entiteiten vergroot. Toen in 2010 de Vrienden van Feyenoord hun miljoenenvorderingen op de club omzetten in aandelen, werd het nóg onoverzichtelijker. Wie had het nog voor het zeggen? Wie hield wie gevangen? En wie waakte nog werkelijk over het belang van de club, in plaats van over zijn eigen positie?
Na Jorien van den Herik heeft Feyenoord met Kerkum, Van Well, Hoetmer en nog een reeks anderen vooral nitwits als beleidsbepalers gehad. Het DNA van Feyenoord als volksclub is stelselmatig afgebroken. Supporters zijn volledig van de club vervreemd geraakt. Inmiddels begint het aantal lege plekken op de tribune pijnlijke vormen aan te nemen. En dit gaat alleen nog maar erger worden. Niet door de zoveelste sportieve crisis, maar vooral doordat supporters zich totaal niet meer herkennen in de club. Feyenoord is Feyenoord niet meer.
Nee, Jorien van den Herik heeft niet alles goed gedaan. Maar hij heeft ook heel veel wél goed gedaan. In de vijftien jaar van zijn bewind veroverde Feyenoord een tweede UEFA-Cup, werd het twee keer landskampioen en won het ook nog een handvol KNVB-bekers. Maar bovenal stónd Van den Herik voor de club. Als een terriër kwam hij op voor de belangen van Feyenoord. Bij de KNVB waren ze letterlijk bang voor hem.Van den Herik zou nooit vanwege verzonnen drogredenen hebben ingestemd met het spelen van een bekerfinale over twee wedstrijden, zoals de slapjanus Eric Gudde in 2010 wel deed. Het is maar een voorbeeld.
Op dit moment heeft Feyenoord opnieuw dringend behoefte aan een type-Van den Herik. Aan iemand die de boel flink opschudt. Een leider die de juiste mensen om zich heen verzamelt en de club weer de club laat zijn. Een leider met een visie. Zolang Feyenoord niet de ballen heeft om een persoonlijkheid als Robert Eenhoorn binnen te halen en carte blanche te geven, zal alles alleen maar beroerder worden.
Het is niet te hopen dat de tijdelijke aanstelling van Mark Koevermans als algemeen directeur een definitieve wordt. Het zou een ramp zijn, en de zoveelste historische blunder. Bovendien zou het opnieuw een bewijs zijn dat de huidige clubleiding het echt niet meer weet. Een man die opzichtig heeft gefaald als commercieel directeur beloon je toch niet met een promotie?
Feyenoord moet bidden en smeken dat de reparatie van het AZ-stadion snel gefikst is. Dit zou de weg vrijmaken voor de komst van Robert Eenhoorn. Zolang er geen stevige, nieuwe kerel aan het roer komt, blijft het dweilen met de kraan open. Totdat de club verzuipt, en dat moment begint angstig dichtbij te komen.
De journalist Boudewijn Warbroek (1963) bezoekt wedstrijden van Feyenoord sinds 1975. Hij werkt als vrijwilliger voor supportersmagazine Hand in Hand en Stadion Sport Nieuws, en schreef mee aan ruim tien boeken over Feyenoord.