Plastic is een fantastisch product. Het is goedkoop, oersterk en op eindeloos veel manieren toepasbaar. Maar plastic wordt ook een steeds grotere bedreiging. Want waar hout en andere natuurlijke materialen een beperkte levensduur hebben, verrotten en weer worden opgenomen in de cirkel van het leven, blijft plastic tot in lengte der dagen bestaan. We komen zo langzamerhand om in plastic. De oceanen vervuilen, de Middellandse Zee verstikt volgens het Wereld Natuur Fonds, vissen en vogels dragen steeds vaker resten plastic in hun maag, rivieren en stranden in Indonesië ogen soms als een kleurrijke vuilnisbelt.
Idealistische webwinkels als Zo Zero bieden alternatieven voor plastic met onder meer houten afwasborstels, houten wasknijpers, bamboe bestek en klassieke scheermeshouders. Maar daarmee ben je er niet. Een mens heeft er een dagtaak aan om nodeloos plastic te vermijden. De oogst na een bescheiden supermarktbezoek is ongelooflijk. Een bakje en netje van de wilde perziken, een zak rond de bananen, idem rond de schaal met lof en een netje om de uien, als ook om de knoflook. Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Bij de bakker gaat al het brood in plastic. Bij mijn slager liggen de vleeswaren op plastic schaaltjes, worden de plakjes van elkaar gescheiden door plastic velletjes en gaat de filet americain, de vleessalade en de Saksische smeerleverworst in plastic bakjes.
Verreweg het meeste afval dat ik vergaar, bestaat uit plastic. Van de fles sinaasappelsap tot de containermelk, van de fles azijn tot de verpakking om de kaas. Druiven, blauwe bessen, Hollandse garnalen, cashewnoten en lege yoghurtbekers. Schoonmaakmiddelen, een doosje spijkers, tandpasta, shampoo…
Het meeste dat vroeger in glas, papier, blik of karton werd verpakt, zit nu in plastic. Zelfs als iets in een kartonnen doosje zit, dan is het vaak nog voorzien van een plastic venster.
Gestopt met verzamelen
Ik ben gestopt met het verzamelen van plastic afval. Al vele jaren scheid ik fanatiek glas, papier en GFT van het restvuil. Het is een kleine moeite. Ik ben in het gelukkige bezit van een grote tuin, dus opslag is geen punt. Papier en GFT worden keurig bij mij thuis opgehaald. De glasbak vraagt een kleine wandeling. Het valt goed te doen om een beetje milieubewust te leven. Ik scheur zelfs de plastic vensters los van het karton, haal papieren wikkels uit een plastic zak om de verschillende afvalstromen van elkaar te scheiden.
Maar dat plastic gaat bij mij sinds kort weer gewoon bij het restvuil.
Jaren lang heb ik ook plastic gescheiden. Het was aanvankelijk even zoeken waar ik die rotzooi kwijt kon, want die inzamelcontainers zijn dun gezaaid. Het vraagt een ritje op de fiets of - als je erg veel hebt - met de auto. Zodoende hingen er in de keuken en in de tuin steeds plastic tasjes vol plastic afval, klaar voor transport.
Dat ziet er thuis niet alleen armoedig uit, de etensresten van filet americain, vleessalade, haring en makreel trekken vliegen en wespen aan en gaan op den duur ook stinken. Dat wil je niet in je keuken. De tasjes die aan een spijker of een deurknop in de tuin hangen, oefenen echter weer grote aantrekkingskracht uit op meeuwen en duiven. Dan ligt het terras ineens bezaaid met plastic troep.
Kortom, je wilskracht als bewust levende burger wordt flink op de proef gesteld.
Nog geen 5%
Ik stond op punt om speciaal voor het plastic afval een aparte vuilnisbak te kopen; zo eentje waar gewone grijze afvalzakken inpassen, om die dan meteen naast de keuken in de tuin een plek te geven. Daar zit iets tegenstrijdigs in, want die weerbestendige afvalbak is natuurlijk ook van plastic en je gaat vervolgens plastic huisvuilzakken gebruiken om plastic afval te verzamelen. Die zakken kun je niet vol stouwen, anders passen ze niet meer door de opening van de inzamelcontainer. Maar met een beetje in elkaar drukken en kleine bakjes in grote passen, zou het moeten lukken om de rit naar de container tot één keer per week te beperken.
Ik wil mezelf al een schouderklop geven voor zoveel oprechte betrokkenheid bij het schoon houden van de aarde, als ik in de krant een in mijn ogen deskundig artikel lees dat stelt dat nog geen 5% van ons ingezamelde plastic wordt hergebruikt. De simpele reden is dat er zoveel verschillende typen plastic zijn, die zich niet laten mengen bij recycling, dat het merendeel gewoon wordt verscheept naar Azië. Daar wordt het vervolgens gedumpt. Eigenlijk is verbranden in de ovens van de milieubedrijven alhier dan beter, want dat scheelt transport en levert in elk geval nog stadswarmte op. Maar voor de sector die zich met verschepen bezig houdt, is de verplaatsing van het probleem naar de andere kant van de wereld kennelijk lucratiever.
Ik hap naar adem. Sla mezelf een paar keer op mijn wang en voorhoofd om te beseffen dat ik niet droom. Dus ik doe al die moeite van verpakkingsmateriaal apart houden, bakjes in elkaar passen, flessen klein drukken, verzamelen in tasjes en naar de container te rijden om die stinkende troep uiteindelijk richting Azië te sturen?
Hou die rotzooi lekker zelf
Inmiddels hebben de Chinezen laten weten dat we onze rotzooi maar lekker zelf moeten houden. Ook Thailand en Maleisië sturen schepen vol plastic terug naar Europa. Overheid, plastic producenten, verpakkingsindustrie, levensmiddelenfabrikanten en detailhandel overleggen al jaren wat te doen. Want Albert Heijn heeft nu eenmaal graag een folie om de komkommer als die daarmee een paar dagen langer houdbaar blijft. En de verkoper van kleine flesjes water zit niet te wachten op een systeem met statiegeld.
Maar als we in heel Europa nu eens beginnen met regels te stellen aan de samenstelling en kwaliteit van plastic verpakkingsmateriaal, wordt het recyclen dan niet een heel stuk makkelijker?
Als het ooit zover komt, of bij andere adequate maatregelen, doe ik ook weer mee. Voorlopig heb ik maar voor €2,95 een beukenhouten afwasborstel (met vervangbare kop) besteld bij Zo Zero. Die doet het net zo goed als een plastic exemplaar. Het geeft me bovendien een heerlijk nostalgisch gevoel, want zo eentje gebruikte mijn moeder vroeger ook.