Er gaat tegenwoordig geen dag voorbij waarin er niet lekker gepolariseerd wordt over het klimaat en de benodigde energietransitie.
Zogenaamde ‘klimaatdrammers’ nemen het op tegen ‘klimaatontkenners’. En ook de redelijken onder ons kunnen het niet laten labels te plakken als ‘drammers’ en ‘dromers’. Nog zo’n tweedeling in hetzelfde debat: ‘wie betaalt de rekening?’ Ook een oh zo fijne versimpeling van een complex vraagstuk dat schreeuwt om een oplossing.
We kunnen deze hele strijd missen als kiespijn. Het brengt ons geen millimeter dichter bij ons doel. Het levert alleen maar verliezers op. In de eerste plaats onze planeet en dus onze toekomstige generaties. Groot gelijk hebben die jongeren die de straat op gaan. We moeten ons schamen dat we er als volwassen mensen niet uit komen met elkaar en elkaar blijven bestrijden.
Deze energietransitie vergt een verandering van onze wereld in welhaast tektonische proporties. Gaat dat pijn doen?
Ja.
Gaat dat iedereen raken?
Ja.
Vergt dat durf?
Ja.
Is dat simpel?
Nee.
Wat wel simpel is? De reden waarom we een energietransitie keihard nodig hebben. De manier waarop we als mensheid onze planeet gebruiken heeft haar grenzen bereikt. Volbloed klimaatontkenners daargelaten, ieder ander is het hierover eens.
Wat ook simpel is? De manier waarop we toe moeten naar een gebruik van onze planeet die haar nog enigszins respectabel zal overdoen aan toekomstige generaties:
1. we moeten het verbruik van fossiele grondstoffen afbouwen;
2. de uitstoot van CO2 moet drastisch omlaag;
3. we moeten toegroeien naar duurzame energie(bronnen);
4. en een circulaire economie.
Maar hoe dan?
Dáár wringt de schoen.
Enerzijds omdat we het op veel punten niet weten. Anderzijds omdat we niet voldoende bereid lijken te zijn mét elkaar te zoeken naar ‘the greater good of all’. Dit alles vraagt namelijk visie, daadkracht, durf, samenwerking en hier en daar een flinke scheut water bij de wijn. En dat vinden we in de politiek tegenwoordig moeilijk. Je zou zomaar eens de (populistische) kleur op je wangen kunnen verliezen.
Verwacht ik daarbij alle heil van de overheid?
Nee.
Verwacht ik daarbij alle heil van de markt?
Nee. Maar de politiek zal de eerste stap moeten zetten door duidelijkheid te bieden, heldere doelen te formuleren en daarop akkoorden met het bedrijfsleven te sluiten. Die markt zal wel volgen. De markt heeft immers ook door dat fossiel (op termijn) passé is en duurzaam de toekomst. Zo lang er onduidelijkheid heerst is dat voer voor opgehitste ‘debatten’ en het aanwakkeren van zorgen en angsten.
We moeten zo snel als mogelijk, landelijk en lokaal, een klimaatakkoord sluiten conform de doelen van Parijs en soms wat meer dan dat (bijvoorbeeld omdat de luchtvaartsector is uitgesloten van de Parijse doelen).
Lokaal kunnen we zorgen voor de menselijke maat. Bijvoorbeeld door particulier coöperatief samenwerken te stimuleren. Door afspraken met corporaties te maken voor grootschalige isolatie. Door vervuilende scooters en brommers te ontmoedigen. Door ons warmtebedrijf weerbaar te maken tegen commerciële rendementseisen van energieleveranciers. En ga zo maar verder. Ik voel me op geen enkele manier geremd hier voorstellen voor te doen, want we moeten en we moeten NU.
In plaats van ontkennen, polariseren, drammen, dromen, hemelfietsen, enzovoorts, laat ik mij in deze kwestie liever inspireren door Italiaans historicus, katholieke leek en oud-minister Andrea Riccardi: ''Doeltreffend dromen veronderstelt de vrijheid en de moed om te proberen datgene te verwezenlijken waarvan een glimp kan worden opgevangen.''