Raadsleden hebben ongelimiteerd de mogelijkheid om schriftelijke vragen te stellen aan het uitvoerende stadsbestuur over uiteenlopende onderwerpen. Dat kunnen ook bedelvragen zijn als een politieke partij vindt dat de reguliere geldstromen uit de pot van de verzorgingsstaat voor hun achterban ontoereikend zijn. In de maanden dat corona het zwaarst op de samenleving drukte rolden bij DENK de brieven met charitasverzoeken in hoog tempo van de persen. Met gevoel voor humor had de burgemeester daarvan kunnen zeggen: overdrijven is ook een kunst.
Enerzijds is het bewonderenswaardig van DENK, want het zorgt er toch maar mooi voor dat een groot deel van zijn Turkse stemmers in Rotterdam niets te kort komt.
Bovendien is het met de huidige linkse coalitie óók nog eens slim, want daarin zitten partijen die zelfs gratis maandverband op de toiletten van het stadhuis opeisen, en die zeggen dus nooit nee tegen een verzoek van DENK.
Anderzijds lijkt het me voor het andere deel van hun electoraat frustrerend om aanhoudend het gevoel te hebben nooit van die afhankelijke status af te komen.
Ook in het huidige geweldsconflict in Rotterdam sjoemelt DENK met de werkelijkheid. Dus tegen datzelfde afhankelijke deel van z’n thuisbasis roept fractievoorzitter Achbar ijskoud dat het allemaal wel meevalt met die straatterreur. ‘’Preventie is de beste remedie tegen criminaliteit.’’
Achbar op z’n Colijns. Ga maar rustig slapen. Met vertaling in het Turks.
Ik snap werkelijk niet waarom de fractievoorzitter van DENK willens en wetens wegkijkt van de mes- en schietcultuur in de stad. Dit voorjaar zei hij – in een debat over het gebruik van camera’s - dat het oppakken van overvallers op grond van camerabeelden geen zin heeft want ze staan toch zo weer op straat. Een onbegrijpelijk standpunt. Ga eens met een kassière praten die tijdens een overval een pistool tegen haar hoofd gedrukt kreeg.
Achbar zegt dat hij met zijn achterban op Zuid gesproken heeft en dat die mensen alléén maar klagen over de sloop in Rotterdam en over de verloedering, en dat ze het geweld alléén maar opgelost willen zien door preventie (maar wel zonder fouilleren). Dus door gratis bokslessen en praatclubjes.
Gelukkig ken ik ook veel Rotterdammers met een Turkse achtergrond die in hun visie op Rotterdam vele jaren verder zijn dan onze vriend Achbar, die helaas is blijven hangen in zijn oude PvdA-tijdperk. En dié Rotterdammers zijn godzijdank wel gefocust op een schone en veilige stad. Zij deinzen niet terug voor law & order en pleiten dus net als wij van Leefbaar voor camera’s, voor preventief fouilleren en voor het herstel van een strenge opvoeding.
Bovendien klagen zij ook helemaal niet over een gebrek aan een gelijk speelveld in de maatschappij. Dus ook dié corebusiness van DENK – blijven roepen dat Rotterdam discrimineert – zijn ze inmiddels ontstegen. En terecht.