Folders

De rellen op Zuid en de donkere kant van social media

28 January 2021, 14:14 uur
Columns
mainImage

Op maandagavond ging tijdens de fractievergadering mijn telefoon af. Het was mijn broertje Tiago. Een 24 jarige jongen die 2,5 jaar geleden van Kaapverdië naar Nederland verhuisde om zijn kansen te vergroten.

Hij werkt om zijn studie te bekostigen als operator in de voedselindustrie in Barendrecht en gaat dagelijks vanaf Zuid op zijn scootertje op en neer.

Steve, ze hebben mijn scooter in de fik gestoken. Wat gebeurt hier? Waar slaat dit op?

Ja, leg het maar uit. Wat bezielt deze zeer jonge doelgroep om dit soort gedrag te vertonen. Het leed van mijn broertje is nog relatief klein vergeleken met de schade van de winkeliers.

Ik kan u vertellen, ik kookte van woede en schaamde mij tegelijkertijd kapot. Niet alleen vanwege de relschoppers maar ook vanwege het feit dat we dit niet hebben kunnen voorkomen.

Ik ben een Zuiderling. Opgegroeid in Charlois in de jaren negentig. Mijn straat - de Pompstraat - was zo gelegen dat je drie garanties had: een onveilig gevoel, geluidsoverlast en luchtverontreiniging. Het was zwaar, maar dan ook zwaar verpauperd.

Maar toch was het mijn straat waar ik met trots woonde. Als ik iets flikte wat niet door de beugel kon, dan kon ik rekenen op een standje van mijn moeder, de buurvrouw, buurman of buurjongen. De hele straat droeg de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de kinderen. We stonden in contact met elkaar en wisten precies wat er bij wie speelde.

Op maandagavond schaamde ik mij kapot omdat ik dacht dat we die verbindingen op Zuid helemaal waren verloren. Maar ik zat er naast want een dag later zag je de veerkracht van Rotterdammers. Ik zag buurtgenoten puinruimen, ik zag winkeliers die vanuit alle hoeken steunbetuigingen en donaties kregen.

Ik zag in de avond buurtvaders en moeders de straten op gaan om hun kinderen aan te spreken. Jongeren werden thuis gehouden. Ik zie bewoners opstaan en zich uitspreken tegen het geweld en de misstanden. Ik geloof namelijk dat preventie in de wijken begint. Zet ze in hun kracht. In Utrecht schijnt het enorm effectief te zijn. Laat de Rotterdamse wijken die verbonden wijken zijn. Waar we weten wat onze jongeren uitspoken, dat ze positief gemotiveerd worden maar ook een standje kunnen krijgen van buurtgenoten.

Dat betekent dat we volop moeten investeren in onze wijken. Het contact opbouwen daar waar we het zijn verloren. We moeten een sociale infrastructuur aanleggen en verbindingen maken. Zorgen dat de politieagent gerespecteerd wordt. Door de wapenstok waar het moet, maar vooral door met beide benen volop in de wijken te staan.

En dan nog dit. Er schuilt een nog groter gevaar in social media. Jongeren zien de content die ze maken als statusverhogend, als sensatie. Je ziet het ook bij het messengeweld. Dat in combinatie met de beperkende maatregelen maakt dat aanstootgevende content nog goed bekeken wordt ook. In sommige gevallen zelfs aangemoedigd. Dit is de schaduwzijde en meest donkere kant van social media.

De dag na de avondklokrellen ontmoette ik een dame die de stenen aan het opruimen was. Ze vertelde diep verdrietig te zijn maar positief te willen blijven. Aan het eind van het gesprek wilde ze mij iets geven.

Een stoepkrijtje. Het stoepkrijtje waarmee ze eerder deze week agenten een hart onder de riem had gestoken. 

Ik beloofde haar met het krijtje een constructieve boodschap achter te laten. En ik hoop dat het bij deze is gelukt.